Auteur: Gerard Mak

Wildwaterbaan

Hij was kind aan huis, onze tolk, Rob. Als je hem ineens nodig had, wist iedereen hem binnen de recherche wel te vinden. Rob had zijn eigen posthuis. Op de Dam, en met goeie bediening. Vertalen deed Rob ook uitstekend. Hij had zijn eigen methode, die volgens mij soms niks met het Wetboek van Strafvordering te maken had, maar het was niet te verstaan wat hij met de verdachte onderling had. Je hield je afzijdig, want je had Rob tenslotte niet voor niks als tolk erbij zitten.
"Was finds du von meine neue Schuhe?", sprak hij met Duitse tongval toen Henk Roodermond hem had uitgenodigd.
Henk bekeek de suède bordeelsluipers, en complimenteerde Rob met zijn aanwinst.
"Sehr teuer", vertrouwde hij hem op heimelijke wijze toe. "Sehr viel geld."
Henk knikte. Hij had geen flauw idee wat die sluipers kostten, maar het leken doodgewone schoenen. Niks bijzonders. Nu had Henk hem in huis gehaald om een Duitse straatrover te horen. Rob ging zoals gewoonlijk de verdachte zelf uit zijn cel halen. Hij liep de stenen trap af naar beneden, en pakte bij de wachtcommandant de moedersleutel om de celdeur open te maken. Wat Rob niet wist, was dat de Duitser zich de laatste dagen stierlijk verveelde. En dus was hij aan het fröbelen geslagen. Hij had met een laken de onderkant van zijn celdeur weten te dichten, en met stukjes natgekauwd wc-papier, alle kieren van zijn celdeur hermetisch afgesloten. Een knap stukje huisvlijt.
Door een kussen in het toilet te stoppen, en de het toilet door te laten lopen, wist hij zijn cel te vullen tot een behoorlijk zwembad. Het water was gestegen tot (bijna) borsthoogte.
Toen Rob de celdeur opende, sloeg hij door de kracht van het water meteen achterwaarts en werd de cellengang in gesleurd. Het leek op een wildwaterbaan, want de Duitser kwam er op zijn zitvlak achteraan.
Schinke stond zeiknat op. Keek naar beneden en kon alleen maar uitbrengen:
"Meine Schuhe…! Meine neue Schuhe…!"

© Gerard Mak "Over en uit".