Auteur: Theo Evers
jaar: 2000
We zijn hem kwijt

Tijdens een ochtenddienst bevond ik mij met enkele collega's in het bureau achter de plottafel.
Via de portofoon kregen wij het bericht van onze surveillance-auto, dat zij achter een drugsdealer aanzaten.
De collega's gaven het signalement van de man door, een lange neger met een beige broek en een lange zwarte jas.
De man zou rennen over de rijbaan van de Beursstraat in de richting van de Warmoesstraat.
Met nog enkele andere collega's greep ik een portofoon uit het rek en renden wij de straat op in de richting waar de achtervolging plaatsvond.

Toen wij bij het Oudekerksplein aankwamen, gingen wij uit elkaar om de pakkans van de dealer te vergroten.
Wij hoorden direct hierop van de collega's in de surveillance-auto, dat zij vastzaten in het verkeer en dat zij de dader uit het oog waren verloren. De laatste plek waar zij hem zagen was de Warmoesstraat, richting Oudekerksplein. Zij gingen verder met hun surveillance, jammer.

Wat zij niet wisten, was dat wij nog steeds in de buurt holden op zoek naar de dealer.
Toen ik bij de Sint Jansstraat was aangekomen, zag ik een man, die aan het signalement van de dealer voldeed, rennen over de Sint Jansstraat, in de richting van de Oudezijds Voorburgwal.
Halverwege de straat zag ik de man tot rust komen en zag ik dat hij zich veilig waande, want hij begon gewoon te lopen.

Omdat ik op dat moment alleen was, nogal buiten adem van het rennen, (hoezo conditie), de man absoluut niet wilde verliezen en niet de portofoon wilde gebruiken, besloot ik de man van achteren te bespringen. Ik woog toen (en nu iets meer dan) zo'n 90 kg schoon aan de haak en voor de man het in de gaten had, sprong ik hem vol in de rug.

Met een harde klap vielen wij hierna languit op het wegdek van de Sint Jansstraat, waarbij een grote hoeveelheid 'bolletjes' cocaine over straat rolden. Voor de man het wist zat hij in de boeien, kwamen collega's ter plaatse en werd de dealer afgevoerd naar het bureau.

De bemanning van de surveillance-auto wist niets van deze aanhouding en kwamen enige tijd later naar het bureau voor de aflossing.

Groot was hun verbazing dat 'hun' dealer in het bureau zat,ze snapten er niets van, ze waren hem toch kwijt?