Een diender wordt per dag regelmatig aangesproken door mensen die de weg vragen. De talenkennis, die de diender hiervoor nodig heeft varieert van Nederlands tot Japans. Op een dag werden mijn maat en ik aangesproken door een paar Japanse toeristen in een Duitse huurauto, die via handen en voetenwerk de weg vroegen naar Artis. Leg dat maar eens uit in je beste Japans. Ik pakte m’n notitieboekje en krabbelde daarop 2x rechts en 3x links en wees vervolgens uitbundig in de globale richting van Artis op een manier die voor een piloot van de KLM vrij duidelijk zou zijn geweest. Mijn maat, een jonkie in het vak, keek me verbaasd aan en vroeg zich hardop af waar die mensen dan wel niet terecht moesten komen. Volgens hem ergens in de Noord-Oostpolder. Ik stelde hem gerust met de mededeling, dat je het die mensen niet te moeilijk moest maken omdat we de woorden stoplicht, kruising, rechts en links niet in het Japans konden vertalen. M’n maat haalde z’n schouders op en wilde reeds een aandachtsvestiging gaan maken voor een paar vermiste Japanse toeristen. Overtuigd
van mijn juiste werkwijze blufte ik, dat die mensen best bij Artis uit zouden
komen. 
|