Auteur:
Theo Evers jaar: 1983 | Wan
fo féfi |  |
Tijdens
een van mijn avonddiensten in burgerkleding, stond ik met mijn collega Steef B.,
op de Nieuwmarkt, achter de Waag. Wij waren aan het posten op drugsdealers op
de Zeedijk en keken zo geconcentreerd, dat wij niet hadden opgemerkt dat er iemand
tussen ons in was komen staan. Het was een bekende drugsverslaafde en de man
trok onze aandacht door met zijn ellebogen in onze zij te duwen. Wij schrokken
hiervan en reageerden geïrriteerd op de man, die echter tussen ons in bleef
staan.
De man riep: 'Psst,psst, loekoe, loekoe'! Wij zagen dat hij in
een van zijn handen een witte plastic boodschappentas droeg en dat hij deze met
zijn andere hand openmaakte. In deze tas zagen wij vier, vermoedelijk gestolen,
autoradiocassetterecorders liggen waaraan een hele bundel bedrading bungelde. De
man keek mij hoopvol aan en zei: 'Wan fo
féfi
'. Hij bedoelde daarmee dat hij 145 gulden voor de gestolen waar wilde hebben. Wij
keken elkaar achter de rug van de man aan en proestten het bijna uit van het lachen. Steef
zei tegen mij: 'Betaal jij, of ik?'
Ik vroeg de man nogmaals hoeveel hij
voor de autoradio's wilde hebben. De man zei: 'Wan fo
féfi,
voor alles'. Hierop zei ik tegen Steef: 'Het is mijn beurt om te betalen' en
ik greep in mijn jaszak naar mijn politielegitimatiebewijs. Vervolgens maakte
ik mij bij de man bekend als politieambtenaar en hield hem het legitimatiebewijs
voor zijn neus. Op datzelfde moment greep Steef de man van achter bij de armen,
deed hem de handboeien om en voor hij het wist waren wij op weg naar het bureau.
De
man was kennelijk nieuw in de buurt, want de gezichten van de agenten waren
bekend bij de meeste verslaafden.
|