Auteur: Theo Iking
Jaar: eind jaren '80
Verstopplaats

Het zal eind jaren ´80 of begin jaren ´90 zijn geweest toen we met het Zeedijkteam een aktie hadden op de Geldersekade.
Het Zeedijkteam hield zich alleen bezig met de aanpak van de straathandel in verdovende middelen en bestond uit personeel van de uniformdienst die dan voor een paar maanden
in burger dienst deden om "dealers te vangen".

Vanaf het dak had ik een goed uitzicht op een gedeelte van de Geldersekade.
Na een tijdje kreeg ik een dealer in het zicht die bijna recht onder mij ging staan. Deze dealer van Surinaamse afkomst ging op een hekje onder een boom zitten.
Korte tijd later had de dealer zijn eerste klant. Duidelijk te zien was dat de dealer zijn handelswaar uit zijn rechter broekzak pakte. De dealer nam eerst het geld en ging dan even staan, stopte zij rechterhand in zijn rechter broekzak. Enkele ogenblikken later haalde de dealer zijn hand uit zijn broekzak en daar zaten dan één of meerdere bolletjes in, die hij aan de koper overhandigde. Het geld stopte de dealer in zijn linker broekzak.
Deze koper liep weg en zijn signalement werd doorgegeven waarna deze even later werd aangehouden. Via de porto werd doorgegeven dat de koper was aangehouden en "positief" was. D.w.z. in het bezit was van bolletjes met verdovende middelen.

Weer enkele minuten later kwamen er twee meisjes bij deze dealer hun dope kopen. Hetzelfde gebeurde. Geld in de linkerbroekzak en de bolletjes weer uit de rechter broekzak.
De meisjes verdeelden samen hun bolletjes. Om ontdekking later door de politie te voorkomen, stopten de meisjes de bolletjes in hun mond en liepen weg.

Ook nu werden weer de signalementen en looprichting doorgegeven, alsmede de plaats waar de meisjes hun bolletjes hadden verstopt, hun mond dus.

Even later kwam het bericht dat de meisjes waren aangehouden, de dope was aangetroffen in hun mond, maar dat het twijfelachtig was of de meisjes wel verder mee wilden werken, daar zij zeer verbolgen waren dat zijn hun dope kwijt waren.

Na nog enkele kopers werd besloten de dealer aan te gaan houden en werden de aanhoudingsposten naar de dealer gedirigeerd die vervolgens werd aangehouden. Aan de collega´s werd ook doorgegeven alert te zijn op de rechter broekzak van de dealer, omdat daar zijn voorraad verdovende middelen in zat.
Een aantal minuten later kwam over de porto de vraag of ik wel de goede dealer aan had laten houden. Dan wel dat ik e.e.a. wel goed gezien had. Op de vraag waarom, gaf men vanuit het bureau door dat de dealer namelijk helemaal geen rechter broekzak had en dat daar dus ook geen dope in kon zitten. Wel werd het geld in zijn linkerbroekzak aangetroffen.

Ik verzocht de dealer goed in de gaten te houden en ben zelf naar het bureau gegaan.
De aangehouden dealer was inderdaad de juiste dealer. Bij nadere controle bleek dat de dealer aan de binnenzijde van zijn broek inderdaad de broekzak er had uitgeknipt en daar dus niets in kon hebben.
Vervolgens hebben wij de dealer zich in het fouilleringshok weer uit laten kleden.
Ook in de onderbroek werd niets aangetroffen. Bij verder onderzoek aan de verdachte bleek dat de dealer een geslachtsdeel had dat aan het uiteinde wel een heel grote omvang had.
Toen we vervolgens de dealer vroegen zijn voorhuid van zijn geslachtsdeel naar achteren te trekken, gebeurde het.

Vele bolletjes 'schoten als popcorn in het rond' en vielen op de grond. Bij nader onderzoek bleek dat de dealer meer dan 100 bolletjes nog achter zijn voorhuid had zitten.

Toen wij de aangehouden meisjes, die de bolletjes in hun mond hadden gestopt en die niet mee wilde werken aan het onderzoek, vertelden waar de dealer zijn bolletjes had verstopt had en hun het advies gaven goed hun mond te spoelen, kregen wij van hen de verklaringen over deze dealer.

De dealer zelf werd later veroordeeld tot 18 maanden cel.