Auteur: Theo Evers
jaar: 1982
Uit is uit

Tijdens een autosurveillance, kregen mijn maat en ik van de meldkamer de opdracht te gaan naar een adres aan de Prinsengracht waar een twist gaande was.

Toen wij enkele minuten later ter plaatse kwamen, troffen wij voor de deur van een groot grachtenpand een magere, hevig snikkende man aan.
Naast hem stond een koffer op straat. Langs de randen van de koffer staken gedeelten van kledingstukken uit.

Met betraande ogen en al stotterend kwam het verhaal eruit.
"Ik woon al enkele maanden samen met hem, die ploert. Het pand is van hem. Hij heeft het uitgemaakt en mij eruit gegooid. Ik snap echt niet waarom. De schoft is nog binnen. Ik kan nergens naar toe."

De man was niet tot bedaren te brengen, maar had ons wel nieuwsgierig gemaakt.

Om ook, ahem, het verhaal van de andere kant aan te horen gingen wij hierop het pand binnen. Wij verzochten de huilende man wel om op straat te blijven wachten.

Het was een enorm pand, voorzien van marmeren vloeren, kristallen kroonluchters, veel antiek en noem maar op. Op ons roepen hoorden wij ergens in de verte: "Ik ben hier, ik ben hier, komt u maar".

Het geroep bleek uit een van de slaapkamers te komen. Je gelooft het niet, toen wij de slaapkamer binnenliepen zagen wij langs de achterwand, in schemerdonker, een enorm groot hemelbed staan.

Het bed was bekleed met een donkerblauw satijnen dekbedovertrek en midden op het bed lag een kalende veertiger met ontbloot, behaard bovenlijf en de armen over elkaar gekruist. Je kon aan een bepaalde plaats in het satijnen overtrek zien dat de man enigszins opgewonden was.

De situatie was zo komisch, dat wij ons lachen met moeite konden inhouden.

Op onze vraag wat er aan de hand was, verklaarde de man dat hij de verhouding met de magere man had uitgemaakt. De idioot moest maar ophoepelen, weg uit zijn huis.

Hierna vroegen wij de man waar zijn ex dan naar toe moest, hij had geen onderdak meer.

De man in bed sprak hierop de woorden die ik tot op heden niet vergeten ben:

" Uit is uit! "

Ons restte niets anders dan de magere man weg te sturen.