Auteur:
Theo Iking
jaar: begin jaren 80 |
Uitglijer
|
 |
Het
zal begin jaren `80 geweest zijn, waarbij we met een aantal dienders op
de Zeedijk liepen.
Ik
kan me nog herinneren dat het vroeg in de ochtend was en ook nog vrij
koud.
Op het water in de grachten lag een dun laagje ijs. Door één
van de collega´s werd kennelijk een deal gezien en men wilde tot
controle of aanhouding over gaan.
Echter de bewuste dealer, een Surinamer, dacht hier anders over en nam
de spat.
Dit werd direct per portofoon doorgegeven en zo ontstond in de vroege
morgen een achtervolging met aantal hollende dienders in uniform achter
de Surinamer aan.
De Surinamer holde over de Zeedijk richting Nieuwmarkt en holde daar
voor café De Zon langs richting de Geldersekade en vervolgens
rechtsaf de Rechtboomsloot op.
Ik zag dat de Surinamer op ± 25 meter gevolgd werd door de eerste
diender en daarna de rest waaronder ik zelf.
Ook gekomen op de Rechtboomsloot zagen wij dat in het water de Surinamer
rond dobberde. Wij hoorden van de eerste collega dat de verdachte kennelijk
door de gladheid was uitgegleden en door zijn snelheid in het water
terecht was gekomen en dat hij zelf ook onderuit was gegaan maar net
voor het randje tot stilstand was gekomen.
Terwijl de collega zijn verhaal deed deden wij allemaal een stap terug.
De collega stonk namelijk verschrikkelijk. Toen we hem bekeken zagen
we dat zijn broek en jas helemaal onder de hondenstront zat.
De collega bleek namelijk tijdens zijn glijpartij dwars door de hondenstront
te zijn gegleden. Toen we hem hierop wezen en hij zich zelf bekeken
en geroken had, hoorden we hem vloeken en tieren.
We zagen dat hij zijn koppel af deed en vervolgens ook het ijskoude
water in sprong en vervolgens de Surinamer weer op het droge hielp.
Of de collega nu het water in sprong om de Surinamer te helpen of omdat
hij onder de stront zat is mij nu nog steeds niet helemaal duidelijk.
|