Elke jonge
agent moest eerst voor de VRO (Voortgezette Rij-opleiding) slagen voor
zijn "korpsrijbewijs" voordat hij uberhaupt in een dienstauto
mocht rijden. Deze opleiding hield in mijn beginjaren in dat ik 's ochtends
mijn rijvaardigheid moest aantonen in een "Golfje S" en 's
middags in een blauwe politiebus met zwaailicht en sirene. De ochtend
werd besteed aan rij-inzicht, kijkgedrag, hoe hou je het stuur vast
en dat soort zaken. De middag moest ik mijn "kunsten" vertonen
door achteruit met de blauwe bus "slalommend" tusen bomen
door te rijden. Na deze hele dag rijden werd ik uitgebreid ge-evalueerd
door mijn instructeur en kreeg ik de bevoegdheid om in dienstauto's
te mogen rijden. Pas bij de eerstvolgende nieuwe collega begreep ik dat gniffelen. De bus werd voor elke nieuweling speciaal geparkeerd op de steiger ! De wachtcommandant
gooide de sleutel naar deze nieuwe collega met de mededeling "Hij
staat op de steiger". Wat ik toen pas begreep, is dat de rest van
de groep, op dit commando, naar de monitoren toeliep bij de wachtcommandant
om zo via de camerabeelden van de steiger, de stuurmanskunsten van de
nieuwe collega te beoordelen en te voorzien van commentaar!
|