Auteur:
Gerard Mak
Jaar: onbekend |
Stroomstok
|  |
"Hé,
gabber", lispelde Eddy.
Toen ik de kroeg in kwam, zag ik het gluiperige mannetje zitten op een
stoel. Hij zat voorover gebogen en zijn ellebogen rustten op zijn knieën.
"Dag, Eddy", groette ik vriendelijk terug. We waren café
Groningen binnengegaan omdat er klachten waren geweest over het geluid.
Tijdens ons gesprek met de bardame, werden we constant gestoord door irritant
geknetter.
"Let maar niet op 'm", zei de uitbaatster, "die lul heeft
een nieuw speeltje."
Toen ik omkeek, zag ik Eddy met een stroomstok spelen. Iedere keer als
hij het knopje indrukte, vlogen de vonken er vanaf. Ik was er niet gerust
op, want Eddy grinnikte sadistisch.
"Sal ik um us op je flikker sette?", vroeg-ie mij met een onvervalst
Amsterdams dialect.
"Pleur op met dat ding", waarschuwde ik hem, "anders schop
ik je poten onder je kabouterreet vandaan."
Inwendig was ik toch bang dat hij het apparaat tegen mij zou gebruiken
en ik spontaan door mijn hoeven zou zakken. Maar gelukkig... het kwam
er niet van.
Er kwam een zestigjarige kerel de kroeg binnen. Hij droeg een lange bruine
regenjas en hij sleepte zich zodanig vooruit, dat je dacht dat hij ieder
moment uit het leven zou stappen. Achter hem sjokte zijn bouvier. Het
beest had zijn kop naar beneden en leek in dat opzicht sprekend op zijn
baas. Het was een smoezelig beest met meer klitten dan krullen.
Toen het beest Eddy passeerde, kreeg de gluipert een kleine glimlach om
zijn mond, en drukte de stroomstok tegen de bouvier. Het apparaat knetterde
vervaarlijk en gelijktijdig sloegen de poten van de hond onder zijn lijf
vandaan en viel het arme dier zijwaarts op de kokosmat. De stront liep
spontaan zijn achterlijf uit.
"Hallo, meneer", waarschuwde Eddy de juist binnengekomen klant.
"Ik denk dat uw hond niet lekker geworden is."
Het werd de eerste stroomstok die ik inbeslagnam.
Ik had deze graag op Eddy willen uitproberen.
|