Auteur:
Wim Sijtsma
jaar: 1976 |
Soldaten
|
 |
In de jaren
70 deden aan het bureau Warmoesstraat op elke ploeg steevast een paar
Marechaussees dienst.
Duidelijk te herkennen aan hun donkerblauwe uniform met witte of zilveren
koorden al naar gelang hun rang. Deze 'vaste bijstand' deed normaal politiewerk
en soms was het heel handig als er een aanwezig was.
Zo ook
die avond dat ik met een collega surveilleerde over de Nieuwendijk.
Gekomen ter hoogte van C&A hoorden wij een verdacht geluid. Het
leek op gerinkel van glas. Wij naderden sluipend langs de gevels over
de Nieuwendijk en kwamen nabij de onderdoorgang die het Damrak met de
Nieuwendijk verbindt.
Een harde 'plop' kwam ons tegemoet, doch aangekomen bij C&A konden
wij in eerste instantie niets vinden.
Wij stelden ons enigszins verdekt op en zagen even later enkele jongens,
die kennelijk teveel aan Bachus hadden geofferd. Eén van de jongens
hield een aard van Rambo mes in zijn hand en tot onze stomme verbazing
gooide hij dit mes naar een grote etalageruit van C&A.
Nog vreemder keken wij toen het mes met de punt in de ruit bleef staan.
Dit hadden wij nog nooit gezien en moest getuigen van een vlijmscherpe
punt.
Wij besloten de knaap aan te houden en over te brengen naar het bureau,
al was het maar voor baldadigheid.
De eigenaar van het mes echter bleek dieper in het glaasje te hebben
gekeken dan goed voor hem was en begon na onze mededeling dat hij was
aangehouden te oreren dat wij hem niets konden maken en dat wij geen
gezag over hem hadden, want hij was soldaat en had met ons niets te
maken, alleen met de Kalkemmers. (MP)
Deze scheldnaam werd over het algemeen door onze collega wapenbroeders
niet zo gewaardeerd.
Ondanks zijn protesten brachten wij de jongen over naar het bureau,
alwaar hij zijn gebral over zijn soldaat zijn verder ten gehore bracht
en ons voor sufferds uitmaakte en dat hij alleen maar naar de Marechaussee
luisterde.
Nu daar
kon in worden voorzien, want gelukkig verbleef er een collega Marechaussee
in de wacht, die ik verhaal deed van onze ervaringen met deze klant
en zijn opmerkingen over zijn respect voor Gods eigen Wapen.
Enkele ogenblikken later werd de jongen in de houding geplaatst door
deze collega, die hem vervolgens in het cellengangetje heen en weer
liet marcheren.
Na een tirade over het opvolgen van bevelen en gehoorzaamheid aan de
politie, ook als soldaat, mocht hij op de plaats rust gaan staan.
Gierend om zoveel onnozelheid en het stupide gedrag hebben wij de jongen
vervolgens ter ontnuchtering ingesloten.
|