Auteur: John Elberse
Goeie Shag beambte!


In de jaren 80 deed de rechercheur aan de Warmoesstraat nog alle zaken: van een eenvoudige winkeldiefstal tot aan de ergste steek- en schietpartijen.
Onze clientele bestond destijds voor een groot deel uit donkergekleurde Rijksgenoten die, om in hun levensonderhoud te kunnen voorzien, wel de hele dag dingen moesten doen die Onze Lieve Heer verboden had.
Maar soms had je ook te maken met "andere" mensen. Ik herinner mij niet meer in wat voor zaak de beste man was aangehouden maar op een dag had ik als klant een rasechte Amsterdammer, naar later bleek een kettingroker. Tijdens het verhoor draaide hij eerst zijn eigen rookgerei er doorheen waarna later bij mij gebietst werd.
Het bleek toch wel een behoorlijk lastige zaak te zijn, dus de man moest langer blijven dan de gemiddelde 6 uurtjes. Hij had niets meer van zichzelf te roken en ik was er ook niet bepaald blij mee dat hij constant uit mijn pakkie een shaggie draaide. Dat liet ik hem ook merken. Met de nodige verontschuldigingen vroeg hij mij of ik dan misschien zijn vrouw kon bellen en haar kon vragen of zij iets te roken voor hem naar de Warmoesstraat wilde brengen.
Ik aldus zijn eega gebeld die een uurtje later een heel blik shag (500gr) kwam brengen. Eindelijk had hij weer iets te roken.
Na verhoor enz. mocht de man weg, hij zou niet voorgeleid worden.
Bij het uitboeken schoot het me te binnen dat ik mijn mijn bureaulade nog zijn blik shag had liggen waar best nog veel in zat. Maar hij was uitermate vriendelijk en zei me dat hij de shag niet terug hoefde te hebben maar dat ik daar andere ingesloten sloebers zonder rookgerei van kon laten draaien.
Ik hield het blik shag dus in mijn bureaula.
De rechercheur destijds had allerlei rommel in zijn la. Ook ik dus. Daaronder was een zak achtergebleven weed zonder verdachte.
De inhoud heb ik toen maar vermengd met de shag want weg is weg dacht ik toen en het scheelde weer ruimte in mijn bureaula.
Tot ik op een goeie dag een Rijksgenoot als verdachte had. 9 van de 10 van die jongens hadden geen cent te makken, laat staan iets te roken van zichzelf.
Eer je de celdeur open had werd je al gesmeekt: "Heeft U iets te roken beambte?"
Ook deze maakte op de regel geen uitzondering. "Straks, boven" zei ik hem.

Boven aan mijn bureau bood ik hem het blik shag aan waar dankbaar gebruik van werd gemaakt.
Na 2 keer een trekkie genomen te hebben van het gebouwde shaggie, begonnen zijn ogen bijna uit zijn kop te puilen: "Beste shag beambte, beste shag man!"
Een en al vrolijkheid van de kant van de verdachte. Nog nooit eerder zo'n aardige verdachte gehad. Tja, dank je de koekoek, de verhouding shag-weed lag misschien 1 op 1.
Binnen korte tijd heerste er over de afdeling de weeiige lucht van opgestookte weed en had ik een bekennende verdachte die zijn verhoor zo lang mogelijk probeerde te rekken.
En ik maar net doen alsof ik niets rook.....
Toen hij weg was, heb ik het restant shag maar door het toilet gespoeld.