Auteur:
Gerard Mak jaar: onbekend | Poeki
Gerrit |  |
De
komst van vrouwelijke personeel aan het bureau Warmoesstraat was niet alleen een
shockcultuur voor de stoere dienders, maar er ging ook ineens van alles veranderen.
Het taalgebruik moest gekuist worden. Kleedjes verschenen op tafeltjes en
ineens werden de plantjes goed verzorgd. Ook verkeerden we in de gelukkige
omstandigheid, dat we een ruime sortering muizen in het gebouw hadden lopen. Met
name de kantine bleek een verzamelplaats.
De doorsneediender was aan het
grauwachtige knaagdiertje met zijn spitse snoetje en grote kraaloogjes gewend
geraakt. Hij koesterde het lieve diertje dat zich razendsnel met zijn twee voorpootjes
zijn snoetje kon wassen. Daarvoor werd hij rijkelijk beloond met toegeworpen stukjes
brood. Maar de dames
zij eisten maatregelen. En dus werden via een
vage kennis van een adjudant, twee katten (type: lapjeskat) in het bureau Warmoesstraat
gehuisvest. Zij moesten het bureau "muisvrij" maken. Gelijktijdig verdwenen
ook de doosjes met blauwe korreltjes die je overal in het bureau tegenkwam. Een
van de katten, gaf na een korte inwerkperiode, de pijp aan Maarten en verkoos
de wijde wereld. De ander, Poeki Gerrit genoemd, werd opgeleid tot een keiharde
smeriskat.
Hij schrok nergens meer van. Was gewend aan de geluiden van
het klappen met de gummistok, en werd strijkerproof. Of hij was doof
maar
daar is hij nooit op getest. Poeki Gerrit werd gehaat om zijn haaruitval. Op
alle stoelen liet hij rijkelijk zijn vachtje liggen. En als hij langs je uniformbroek
schurkte, werd je opgezadeld met een halve mohairtrui.
Bij gebrek aan
en boom haalde hij geregeld zijn nagels langs de bekleding van de stoelen, waarna
de schade in het bureau aardig op liep. Terwijl jezelf altijd moest zeuren om
je geld, had Poeki Gerrit een eigen budget gekregen. Hij kreeg nagenoeg iedere
dag "Keurslagerwaren" en de schoonmaaksters, waaronder Sonja, vertroetelde
het huisdier tot in de treuren. Net als de valkparkiet "Japie" van
de recherche-afdeling, was Poeki Gerrit ook ontwapenend. Doldrieste kerels kon
hij het zwijgen opleggen, door zich spinnend tegen hun been te vlijen. Binnen
het bureau kreeg je dus kattenhaters en -liefhebbers. Poeki Gerrit werd al snel
gebruikt als hulpmiddel om je collega dwars te zitten. Zo schepte menig collega
er een behagen in om hem op te sluiten in de kledingkast van en andere collega,
vlak voor het weekend. Na twee of drie dagen werd de kledingkast dan geopend,
waarna Poeki Gerrit zich uitrekte en de kast had ondergepist en gescheten. De
achtergebleven haren nam je voor lief. Dat was nog het minste
maar de stank
die hij achterliet! Poeki Gerrit was een eigenaardig beest. Verwend tot in
de treuren en men kwam tot de ontdekking dat het beest allergisch was voor vissenvoer.
Toch uit zuivere garnalen bereid, maar Poeki Gerrit kon er niet tegen. Binnen
de kortste keren spoog hij zijn hele maaginhoud over de vloerbedekking. Een prachtig
wapen als je van de adjudanten weer eens op je lazer gekregen had. Poeki Gerrit
werd dus kind aan huis en opgenomen binnen de "familie".
Maar
op een dag ging het slecht met Poeki Gerrit. Sonja troonde hem mee naar de dierenarts
die hem een thermometer in zijn kont stak. Dat kon het beessie niet velen.
Door
een onverwachtste beweging drukte hij de thermometer stuk tegen de centrale verwarming,
waardoor het kwikgedeelte naar binnen schoot. Hij kon dit maar moeilijk wisselen. Poeki
Gerrit ging lawaaien
.!
www.gerardmak.nl
|