Auteur:Truus van den Berg

jaar: 1966
Ook een vrouwelijke ambtenaar kan denken en schieten


Nee ik heb nooit aan de Warmoesstraat gewerkt. Zoals ik al schreef werden er in het geheel geen vrouwen aan de Warmoesstraat geplaatst in die tijd.
Ik ben gestart in 1966, ja geen tikfout, als verkeersassistente en in 1968 naar de politieopleidingsschool in de 3e Oosterparkstraat gegaan voor 1 jaar opleiding.
Daarna 6 maanden naar het posthuis Stadionweg om onder begeleiding van een hoofdagent/mentor het operationele werk te leren.
Omdat wij met een groep van 10 dames van de opleiding kwamen en de vrouwen tot die tijd altijd geplaatst werden aan het hoofdbureau zat het korps met zo'n grote groep in zijn maag.
Er was geen plaats voor ons aan het HB. Met een vooruitziende blik richting gio-opleiding werden wij, omdat ze toch niet wisten wat ze met ons aanmoesten, telkens voor 6 weken aan een andere dienst geplaatst.
Telex, HKD, Bijzondere wetten, Kamer 14, verkeersdienst enz. Tot op de dag van vandaag heb ik daar voordeel aan gehad. Je leerde het korps van meerdere kanten kennen. Nadat echt alle plekken op waren moesten wij dan toch maar aan de bureaus geplaatst worden. In die tijd nog zonder vuurwapen de straat op, want ondanks dat ik de beste van mijn hele jaargroep met schieten was konden vrouwen bij de politie toch niet met vuurwapen de straat op. Dat veranderde pas een aantal jaren later toen een vrouw met het vuurwapen van haar mannelijke collega, die gewond was geraakt, een schot had gelost.
Dit leidde natuurlijk tot kamervragen en de conclusie was:
OOK EEN VROUWELIJKE AMBTENAAR VAN POLITIE KAN DENKEN EN SCHIETEN.
Daarna konden de vrouwen ook gewapend de straat op, wel in een handtasje, dat was makkelijk als je hem nodig had.
Ik werd geplaatst aan het bureau Singel, groep 7 en werd begeleid door 2 ervaren hoofdagenten, ome Joop Kuijer en ome Jan Bruijn.
Ik ging trouwen en moest het korps volgens de ambtsinstructie verlaten: De vrouwelijke gehuwde ambtenaar verlaat de executieve dienst.
Toch al een klein beetje voor mijn rechten opkomend toog ik naar Juffrouw Tetje de Jong en confronteerde haar heel voorzichtig met het feit dat er een adjunct-inspectrice in het korps zat die samenwoonde, hokken noemden ze dat in die tijd, en dat ik als ik netjes zou trouwen dus mijn baan kwijt zou zijn.
Binnen een week was het geregeld en mocht ik blijven . Daarna was de volgende stap: De vrouwelijke ambtenaar die zwanger is verlaat de executieve dienst.
Nou toen heb ik het korps verlaten en ben een aantal jaren voor mijn kroost gaan zorgen. Totdat in 1984, 1 mei de mogelijkheid bestond om in deeltijd te gaan werken en dat was meteen de eerste dag dat ik weer herintrad bij de gemeentepolitie Hoorn.
Ook leuk want 2 mei werd ik door de PEP-Overijssel gevraagd te komen vertellen hoe het was om als herintredende in deeltijdwerkende politieambtenaar weer werkzaam te zijn. Je begrijpt dat ik daar heel veel van kon vertellen na 1 dag ervaring......