Auteur:Ton Stellaard
Jaar: onbekend
Niks bijzonders

Het was weer eens een hectische dag in het bureau Warmoesstraat.

Er waren veel aanhoudingen die dag en ik had de pech die dag te laat te komen op het werk. Als je dan te laat kwam, betekende dat meestal dat je voor "straf" kamerwacht werd.

Dat betekende urenlang stinkende figuren fouilleren in een hokje van 1x1 meter, arrestanten verzorgen, eten en drinken verzorgen en noem maar op.

Moest je maar op tijd komen.

Zo kwam het dat ik eens met flink de pest in de zoveelste arrestant in zijn blote kont moest zetten. In de ruimte bij de arrestantenbalie werden ondertussen steeds meer klanten binnen gebracht. Eén ervan probeerde steeds mijn aandacht te trekken.

"Eeeeh meneer, ik wil...."

Ik maakte hem duidelijk dat hij nu effe zijn kop moest houden, want ik was druk bezig en had de pest in. "Ja, maar...." probeerde hij weer. Ik besteedde verder geen aandacht meer aan hem, terwijl hij meerdere keren echt mijn aandacht wilde.
Na het fouilleren van verschillende figuren was hij eindelijk aan de beurt. Hij was inmiddels ingeschreven en moest nu dus "gepeld" worden door mij.
Ik nam hem mee het hokje in en vroeg hem al naar zijn jasje. "Nou man, ben je eindelijk aan de beurt. Wat zat je nou te zeuren de hele tijd" vroeg ik hem.

Uit zijn broeksband haalde hij vervolgens een geladen Magnum 357 revolver en overhandigde die mij, met de kolf in mijn richting. Ik schrok me te barsten en lijkbleek nam ik de revolver van hem over.

"Ik wou het je nog zeggen, meneer, maar je wilde niet luisteren."

"En...?" vroeg de brigadier. "Nog wat gevonden"?
Ik antwoordde, alsof het de normaalste zaak van de wereld was:" Niks bijzonders brigges. Alleen deze revolver."

Je begrijpt dat ik met de collega's die deze figuur hadden binnen gebracht even een hartig woordje heb gesproken.