Auteur:
Theo Evers
jaar: 1984 |
Niet
eerlijk
|
 |
Midden in
de nacht komt een man het bureau binnenstrompelen en blijft tegen de balie
hangen. Hij heeft een groene legerjas aan, mompelt iets tegen mij en houdt
zijn handen tegen zijn linkerzij gedrukt.
Vervolgens probeer ik met de man een gesprek aan te gaan om erachter te
komen wat hem mankeert, maar ik krijg er niets zinnigs uit.
Ik loop
naar de hal en vraag een collega om de tussendeur open te doen. Ik ga
naar de man en haal zijn handen weg. Ik zie dat er in de jas een scheurtje
zit van een centimeter of twee, waar druppeltjes bloed uit sijpelen.
Ondertussen
komt een collega bij ons en we leggen de man, die wit wegtrekt in zijn
gelaat, languit op de bank in de hal.
Rob H.
opent de jas van de man en we zien een grote bloedvlek op zijn trui
en aan de binnenkant van zijn jas.
We krijgen
hierna uit de man dat hij met een mes is gestoken en we verzoeken om
een ambulance aan het bureau. Tijdens het wachten op de ambulance raakt
de man enkele keren het bewustzijn kwijt en is af en toe aanspreekbaar.
Hij blijkt een Engelsman te zijn en was beroofd van fl 15,00 bij een
hotel op de Prins Hendrikkade.
Omdat hij niet snel genoeg zijn geld aan de straatrover gaf, stak deze
hem met een mes in zijn buik.
Gelukkig,
de ambulance arriveert en neemt de zorg voor de man van ons over.
Met spoed naar het ziekenhuis en we horen later dat het kantje boord
was.
De man bleef leven.
Later die
nacht, tegen zes uur, rijd ik met mijn maat in de buurt en worden wij
door de centrale meldkamer gestuurd naar een onwelle man, die voor het
Victoriahotel aan de Prins Hendrikkade, op het trottoir zou liggen.
Ter plaatse
gekomen treffen wij inderdaad een man aan, die languit op het trottoir
ligt. De man is zo dronken, dat het ons een lange tijd kost hem wakker
te krijgen.
Wij doorzoeken
de zakken van de man om een identiteitsbewijs te vinden en vragen om
een bus, die de dronkelap naar het bureau moet overbrengen.
In één
van de zakken van de man vinden wij een portefeuille met daarin fl 20.000,00
kontant.
De man
wordt naar het bureau gebracht en het geld veiliggesteld in een kluis
aan het bureau.
Toen de
man later bij kennis kwam, vertelde hij ons dat hij autohandelaar was
en de avond daarvoor goede zaken had gedaan. Vandaar dat grote geldbedrag.
Ik dacht
aan de beroofde Engelsman en vond het eigenlijk niet eerlijk.
|