Auteur:
Jan Blinkhof jaar: 1984
| |  |
Winter
`84....samen met mijn maatje loop ik langs de Geldersekade. In de sneeuw, dik
ingepakt met de ouderwetse jopper hoog dicht geknoopt vanwege de gure kou en denkend
aan een bakkie erwtensoep van Jenny. We hadden de 1800 - 0200 dienst, die
had je destijds in het week-end, door de week was dat een 1700 - 0100. In die
tijd was er langs de waterzijde nog geen fietspad en stonden de auto`s aan twee
kanten geparkeerd, net als op de Zeedijk trouwens, daar kon je vroeger ook gewoon
parkeren en waren er geen Amsterdammertjes. Vlak voor de Bantammerbrug
stond langs de linkerzijde, gezien vanaf de PH kade, een duitse Mercedes. Onwillekeurig
keek ik erin en zag op de achterbank een hoopje kleding liggen, althans dat dacht
ik. Ik schonk er geen aandacht aan en we liepen verder. Het zal toen zo rond de
klok van 21.00 uur geweest zijn. Toen we veel later, ik schat tegen elven,
weer langs liepen, zag ik dat het hoopje dekens van plaats was veranderd. Ik keek
nog eens goed. Toen pas bemerkte ik dat het hoopje dekens in werkelijkheid een
klein jongetje was. Ik keek nog eens verder en zag in de tunnelbak van de auto
een paar spuiten liggen. We klopten op het raam en het mannetje keek ons met grote
angstige ogen aan. Hij zal wel bang zijn geweest voor die twee, donker gekleed
mannen. Met ons, van de administratie gekregen, plastic zaklampje, schenen we
op onze uniformen en onze pet. Het lukte ons het mannetje te bewegen tot het ontgrendelen
van de portieren en we haalden het kereltje uit de auto. Het had zichzelf helemaal
bevuild en rilde van de kou. Rood betraande oogjes van verdriet en angst maakten
iets in mij los. Per slot van rekening had ik destijds twee jongens die net even
iets ouder waren. Ik heb mijn jopper uitgedaan en het mannetje hierin
gewikkeld. In een straffe pas zijn we naar het bureau gelopen en hebben daar de
Zusters Augustinessen gewaarschuwd. Zo rond de klok van 2400 uur kwamen
er twee jonge duitse mensen aan het bureau. Hun kind was weg uit de auto. Ze hadden
hem maar heel even alleen gelaten om `boodschappen` te doen. Toen
we de ouders hadden uitgelegd dat we hun zoontje uit de auto gehaald hadden en
deze onder de hoede van de zusters hadden geplaatst, reageerden zij verontwaardigd.
Hoe we het in onze hoofd haalden om hun kind uit de auto te halen! Mijn
reactie hierop is absoluut niet voor publicatie geschikt maar duidelijk was hij
wel. We konden toen niets anders dan de zusters weer opbellen en het kindje
teruggeven aan de ouders. Die namen hun zoon mee en vertrokken richting huis.
Een telefoontje naar Bergh Autoweg (grenscontrole) maakte achteraf alles nog
goed. De auto was s`nachts aan de grens gecontroleerd en men had 4 ons heroine
gevonden. Kennelijk war das im Holland viel besser, so gut, dat men zijn
kind hiervoor in de steek liet.
|