Auteur:
Theo Evers Jaar: 1999 | Mijn
hele leven |  |
Komen
twee vrouwen op een zaterdagmiddag aan de balie. Ik zie dat een van de vrouwen
rood betraande ogen had. Kennelijk had zij kortgeleden nog gehuild. Het was
op dat moment razend druk aan de balie, alle aangifteruimtes waren bezet en
ik kon niet weg met de vrouwen om even apart te gaan zitten en hun verhaal
aan te horen. Ik sprak de vrouwen aan. "Wat kan ik voor u doen?"De
vrouw met rood betraande ogen barstte in luid snikken uit en zei: "Ze hebben
in de Bijenkorf mijn tas gesto-ho-le, ze hebben mijn tas gesto-ho-le." Haar
vriendin probeerde haar te kalmeren, hetgeen totaal niet lukte en zelfs een van
onze 'vaste' verslaafden, die links naast haar aan de balie stond, stopte met
misbaar maken en hield zijn mond dicht. Normaalgesproken
zou een van mijn vaste antwoorden zijn: "Tsja runderen worden nu eenmaal
niet bij wet beschermd", doch ik liet het in dit geval achterwege. Ik
haalde een glas water voor de vrouw en vroeg haar hoe de diefstal had plaatsgevonden. Al
huilend kwam het verhaal eruit. Zij was die middag met haar vriendin naar Amsterdam
gekomen om een dagje te gaan winkelen. Op een gegeven moment bevonden zij zich
in het warenhuis De Bijenkorf op de damesmodeafdeling. Zij
paste daar enkele kledingstukken en zette haar handtas enkele ogenblikken naast
haar op de grond. Toen zij zich omdraaide om haar tas weer op te pakken, bleek
deze te zijn gestolen. Omdat
ik dit verhaal al enkele honderden keren eerder had aan moeten horen, schakelde
ik alweer in op de 'normaalmodus' en vroeg routinematig: "En wat zat er zoal
in uw handtas?" Het
antwoord kwam onverwacht en snel. De huilende vrouw antwoordde mij: "Mijn
toilettas, portemonnee met geld, bankpasjes, treinabonnement, foto's van mijn
kinderen en kleinkinderen. Begrijpt u het dan niet? Mijn hele leven zat erin." De
vrouw was ontroostbaar.
|