Auteur:
Marius van Wakeren
jaar: onbekend
|
Mat
|
 |
Johannes,
hij woont in de Oudezijds Armsteeg, is kok en heeft daar een restaurant.
Klanten om te eten heb ik daar nooit gezien.
Johannes, lang vet haar, geen goeie tand meer in zijn kaken, drinken
en blowen als een ketter.
Johannes was tijdens een van onze nachtdiensten betrokken bij een vechtpartij
in de Thaibar aan de Oudezijds Voorburgwal waar wij ook ter plaatse
waren geroepen. Johannes was gestoken in zijn onderarm, bloedde als
een rund en wilde zoals van ouds geen hulp. Hij was zo kwaad dat hij
een hap uit zijn arm nam en vervolgens z'n eigen vlees uitspuugde.
Zo kwam Johannes meerdere malen als verdachte aan het bureau als hij
weer eens de ruiten van een homoclub in zijn steeg had ingegooid en
schreeuwde alles bij elkaar. Ook kwam hij als hij nuchter was een praatje
pot maken aan het bureau. Dit vaak in de nanacht als Jan met de Telegraaf
was geweest en Karel op zijn Gazelle op weg was naar Sloten.
In de hal voor de balie lag een grote mat met politielogo. Die mat was
op een dag weg.
Lopen wij op een middag door de Oudezijds Armsteeg, worden we binnen
geroepen bij Johannes.
De kaarsjes branden zoals gewoonlijk en hij wijst zo trots al een pauw
naar een binnenmuur waar wij een grote zwarte mat met politielogo zien
hangen. De mat beslaat bijna de gehele muur, een joeperd was het.
"Je miste hem al zeker", zegt Johannes lachend.
Hoe heb je dat voor elkaar gekregen vroegen wij.
"Nou ik sta wel meer effe te lulle bij jullie s'nachts en met m'n
voeten heb ik al lullend de mat opgerold. Toen jullie het plotseling
druk hadden met die portofoons daar achter, heb ik de mat opgepakt naar
buiten gegaan en ben over de stoep voor het bureau langs gekropen omdat
jullie van de lage ramen hebben. En nu hangt die hier mooi, vind je
niet?"
Toch wel eerlijk dat hij dit ons vertelde.
We hebben de mat gelaten waar die was.
|