Auteur:
Theo Evers jaar: 2001 | Man
van staal |  |
Tijdens
een avonddienst was ik bezig met het invoeren van een arrestant in het systeem,
toen enkele collega's bij de buitendeur van het bureau aanbelden. Nadat
ik buitendeur en de tussendeur had ontsloten, zag ik dat een jongen en een meisje
de voorgeleidingsruimte werden binnengebracht. De
collega's die beiden hadden aangehouden, vertelden mij dat het vermoedelijk Italiaanse
"Autonomen" waren. Zij waren op storende wijze muziek aan het maken
op de Wallen en waren al diverse keren weggestuurd. Omdat
zij geen gevolg gaven aan het verzoek om op te houden met muziekmaken en weg te
gaan, werden zij hierna aangehouden. Ik
maakte het werk waar ik mee bezig was af en liet de arrestant in een groepscel
plaatsen. Hierna
bekeek ik de Italiaanse man. Ik moet zeggen dat ik nog nooit zoiets was tegengekomen
in mijn werk. De man had zeker voor enkele kilo's aan ijzer in, aan en door
zijn hoofd geschroefd. Hij
had piercings in zijn wenkbrauwen, door de randen van zijn oren (jawel, van onder
tot boven) door zijn lippen, in zijn tong en door zijn neus. Er was werkelijk
geen plek aan zijn hoofd, waar geen stuk ijzer in zat. Ik
stelde mij netjes voor, maar de man was zo verontwaardigd en kwaad dat hij was
aangehouden, dat hij niets van mij moest hebben. Met gebaren maakte ik de
man duidelijk, dat hij de stukken ijzer uit zijn gezicht moest verwijderen, maar
de man weigerde dit te doen. Ik
verzocht hierop de kamerwacht om de man te fouilleren in de daarvoor bestemde
ruimte. Even
later kwam de collega terug met de man en zei tegen mij: "Theo, hij wil geen
enkel stukje ijzer uit zijn gezicht halen. Hij wilde zelfs met mij vechten om
dit te voorkomen." Ikzelf
had het even gehad. Het was beredruk, ik stond al geruime tijd op mijn benen en
snakte naar een bak koffie. Met gebaren probeerde ik nogmaals de man te bewegen
om het ijzer uit zijn hoofd te halen, doch er kwam geen enkele reactie. Ik
had gelukkig nog een laatste troef in handen. Ik
had aan mijn broekriem een groot, ijzeren, opvouwbaar zakmes. Met een opzichtig
gebaar haalde ik hierna dat zakmes uit de houder en begon het mes langzaam, voor
het gezicht van de man, open te vouwen tot een combinatietang. Vervolgens
deed ik uitvoerig voor wat ik van plan was met het ijzer aan zijn hoofd zou gaan
doen. Dit
maakte kennelijk indruk, want ik heb hierna nog nooit een mens zo snel stukjes
ijzer uit zijn hoofd zien halen. Nadat
ik al het ijzerwerk in een plastic zak had gedaan, mocht ook hij enkele uren van
onze gastvrijheid genieten in een daarvoor bestemde ruimte.
|