Auteur: Piet Middelkoop
Jaar: voorjaar 1979

In het vroege voorjaar van 1979, was ik als agent op de negende dienstgroep (een opleidingsdienstgroep onder leiding van mentoren) samen met mijn maatje Tom op pad gestuurd om de parkeeroverlast op de Bantammerbrug te bestrijden.

Dit was een inmiddels voor ons bekende plek om je bonnenboek leeg te schrijven. Op deze brug werd aan beide zijden zodanig geparkeerd dat er nagenoeg geen doorkomen aan was.
De meeste bestuurders deden boodschapen in de chineze toko's die op de hoeken van de brug met de Gelderse kade gevestigd waren.

Er was maar één methode om de brug leeg te krijgen en dat bestond uit: aan komen lopen, politiefluitje in je mond, drie keer hard blazen en opzichtig met je bonnenboek zwaaien.

Als popcorn kwamen de winkelende bestuurders naar je toe hollen, sommigen al voorzien van een biljet van 25 gulden. Ze moesten dan wel even wachten tot we de transactie uit hadden geschreven en konden dan instappen en hun auto's wegrijden.

Elke keer was dit hetzelfde tafereel. Binnen een kwartier was de brug leeg en kon het verkeer weer verder rijden.

Een goed uur later werden wij door de wachtcommandant weer gestuurd naar deze brug; het was weer zo ver.

Aan komen lopen, fluiten en bonnen uitschrijven.
Nadat ik weer een aantal bonnen uitgeschreven had (had ik hiervoor nu een jaar lang de opleiding gevolgd?) liep ik naar een dubbelgeparkeerde auto op de brug.

Er zat nog iemand achter het stuur. De bestuurder was een echte oude chinees zoals ik ze ken uit de Kung Fu films. Een oude man, kalend en toch lang haar en een echte lange dunne vlasachtige baard, knikte mij vriendelijk vanachter het stuur toe.

"Zo meneer, gaat u vertrekken, dan hoef ik geen bon uit te schrijven" was mijn openingszin. De bestuurder glimlachte en knikte vriendelijk naar mij. Kennelijk had hij het niet begrepen. Nog maar een keer proberen en ja hoor, weer een vriendelijke glimlach en knikje.

Tja, wat nu?

Ondertussen al aardig melig geworden van al dat geschrijf probeerde ik in mijn beste chinees: "Gaat u een londje lijden meneel? "

Tot mijn verbazing startte de man de auto en reed weg. Ik volgde de wagen en zag inderdaad dat hij naar de Nieuwmarkt reed , vervolgens weer over de Gelderse kade terug en weer de Bantammerbrug over om zo zijn rondje af te maken.
Tijdens het voorbijrijden glimlachte en knikte hij mij vriendelijk toe.