In het vroege voorjaar van 1979, was ik als agent op de negende dienstgroep (een opleidingsdienstgroep onder leiding van mentoren) samen met mijn maatje Tom op pad gestuurd om de parkeeroverlast op de Bantammerbrug te bestrijden. Dit was een inmiddels voor ons bekende plek om je bonnenboek leeg te schrijven. Op deze brug werd aan beide zijden zodanig geparkeerd dat er nagenoeg geen doorkomen aan was. De meeste bestuurders deden boodschapen in de chineze toko's die op de hoeken van de brug met de Gelderse kade gevestigd waren. Er was maar één methode om de brug leeg te krijgen en dat bestond uit: aan komen lopen, politiefluitje in je mond, drie keer hard blazen en opzichtig met je bonnenboek zwaaien. Als
popcorn kwamen de winkelende bestuurders naar je toe hollen, sommigen al voorzien
van een biljet van 25 gulden. Ze moesten dan wel even wachten tot we de transactie
uit hadden geschreven en konden dan instappen en hun auto's wegrijden. Een
goed uur later werden wij door de wachtcommandant weer gestuurd naar deze brug;
het was weer zo ver. Ondertussen al aardig melig geworden van al dat geschrijf probeerde ik in mijn beste chinees: "Gaat u een londje lijden meneel? " Tot
mijn verbazing startte de man de auto en reed weg. Ik volgde de wagen en zag inderdaad
dat hij naar de Nieuwmarkt reed , vervolgens weer over de Gelderse kade terug
en weer de Bantammerbrug over om zo zijn rondje af te maken. |