Auteur: Franck van Dooren
jaar: 1980
Franck van Dooren
Kroning Beatrix (2)
zie ook Kroning Beatrix

Ik las het stuk geschreven door Piet Middelkoop en moest weer terugdenken aan mijn ervaringen gedurende de kroning.
Ik was werkzaam aan de brigade Koninklijke Marechaussee Amsterdam-Haven en opgeroepen tot bijstandsverlening aan de Amsterdamse Politie om op deze heugelijke dag in het Amsterdamse Centrum te werken.

Na een briefing en eerste orientatie,'s ochtends op een tijdstip dat een rechtgeaard burger nog in bed hoorde te liggen, werden wij ingedeeld op diverse posten binnen de zone 1.
Nu was zone 1 het gebied dat niet toegankelijk was voor een ieder, namelijk de cirkel direct om het Paleis en de Nieuwe kerk. Alleen genodigden en veiligheidsdiensten hadden toegang tot dit gebied. Voor de plechtigheid waren bomploegen van leger en politie door dit gebied gegaan, zowel onder- als bovengronds. Putdeksels waren verzegeld, struiken doorzocht en potplanten beprikt met metalen pennen.

Op de daken rondom het gebeuren waren geuniformeerde personen te zien, hetzij met communicatiemiddelen en verrekijkers, danwel met vuurwapens.
De regerings-en buitenlandse gasten werden afgezet per auto aan de Nieuwezijds Voorburgwal, achter het paleis (hoewel dit omstreden is, omdat volgens de geschiedschrijving dit de voorzijde van het paleis is), terwijl iets minder belangrijke gasten zich te voet moesten melden bij een doorlaatpost gelegen aan de Nieuwezijds tussen het Paleis en de Nieuwe Kerk.

Ik werd in mijn rol als autodeur-opener nog hartelijk bedankt door een vrij jonge Prins Charles van Engeland.

Nadat alle gasten aanwezig waren en de ceremonie in volle gang was, was er voor mijn diensten aan de Nieuwezijds geen noodzaak meer en mocht ik een vrije surveillance-rol uitoefenen binnen Zone 1.

Uiteraard direct naar de Damzijde gegaan en wat een feest was dat. Duizenden mensen aan de andere zijde van de dranghekken vrolijk gekleed en uit volle borst het Wilhelmus en lang zal ze leven zingend.
Geen ander geluid was er te horen, zo luid was het gezang. Maar over de hoofden van deze feestvierende menigte kon ik de ME-wagens voorbij zien rijden met zwaailichten aan. Tevens was er rookontwikkeling uit de omgeving van de Damstraat. Maar nog steeds was er geen ander geluid te horen dan het zingen van de menigte.

Later werd ons tijdens de na-briefing medegedeeld dat indien het de demonstranten gelukt zou zijn om door te breken (en volgens de berichten was dat bijna gelukt), politie en scherpschutters van het leger opdracht zouden krijgen gericht te vuren op doorbrekende demonstranten.
Gelukkig is het nooit zo ver gekomen en tot op heden staat deze dag in mijn geheugen gegrift als een dag van tweestrijd; aan de ene kant een dolgelukkige feestende menigte en aan de andere kant een doorgedraaide meute belust op rellen en plunderingen.