Auteur: Jan van Wijk jaar: onbekend

Jaap Doop

Jaap Doop, Doop is een bijnaam, is een verslaafde man.
Verslaafd in de meest ruime zin van het woord. Noem een middel waaraan je verslaafd kunt worden en Jaap gebruikt het.
Een echte zogenaamde multidrugsgebruiker.
Jaap leefde natuurlijk ook niet echt gezond en had allerlei ziekten onder de leden, zag er uitermate slecht en ondervoed uit. Zo nu en dan sprak ik met Jaap, want ook Jaap hoorde inmiddels tot mijn vaste kring van bekende buurtgebruikers.

Ook deze dag kwam ik Jaap weer tegen en hij zag er slechter uit dan ooit.
Hij stond op de hoek van de Oudezijds Achterburgwal met de Korte Stormsteeg en leek wel staande te slapen. 'Hé Jaap', zei ik 'wakker worden'.
Jaap schrok wakker en keek in mijn richting. 'Hoe gaat het met?' je vroeg ik, terwijl ik het antwoord eigenlijk al wist. 'Nou' zei Jaap 'niet zo best. Ik ben gister in het ziekenhuis geweest en ik ben nu ook HIV besmet'.

Dat is niet zo mooi Jaap' zei ik en na nog even wat beleefdheden te hebben uitgewisseld liep ik samen met mijn collega weer door.
Ik heb hierna Jaap een hele tijd niet meer gezien en na een half jaar zag ik Jaap weer staan op de Zeedijk. Ik liep naar hem toe en ik zag dat de tand des tijds Jaap niet voorbijgegaan was. Hij zag er nog slechter uit dan voorheen. 'Dag Jaap, hoe gaat ie?'
' Het gaat nu echt slecht met me' zei Jaap . 'Ik ben in het ziekenhuis geweest en ze hebben nu gezien dat ik echt aids heb'. 'Jezus Jaap' zei ik, 'wat rot voor je'.

'Ja' zei Jaap , 'maar er is een lichtpuntje'. Er schoten meteen allerlei gedachten door mijn hoofd: Ze hebben een middel gevonden tegen aids, een goede remmer of iets dergelijks.

'Wat is het Jaap' vroeg ik vol verwachting.
Jaap zei: 'Ik krijg vrijdag een nieuw kunstgebit'.

Jaap was al weer bezig met het volgende onderwerp.

Jaap is inmiddels overleden, zoals zoveel drugsverslaafden in de buurt.