Auteur: Fred Kruyer
Jaar: onbekend
Warmoesstraat 1986 - 2000
Dienstgroep 7, uniformdienst
Impressie

Het is warm.
Voor het eerst dit jaar.
Warmoesstraat is een loopbureau.
De Wallen en surveillanceauto’s gaan slecht samen.
Hoeren, boeren en stropdassen op de rijbaan.
Op de Dam hebben we nepdealers bejaagd die nepcocaïne verkopen aan nepduitsers. Lidocaine.
Tandartsenverdoving.
Als je daar aan likt – verkeerde films gezien - wordt je tong ongevoelig.

Echte kook!
Weg zijn je honderd Duitse marken.
Vinden we leuk maar de burgemeester niet.
Andere toeristen zien het en vinden het een zooitje in Amsterdam.
Toeristen moeten Amsterdam leuk vinden van de burgemeester.
Vanaf de Dam lopen we de Warmoesstraat in.
We komen bij de twee grote homodancings bij de Oudekerksteeg.
Tientallen mannen staan buiten biertjes te drinken.
Bodybouwdozen in leren broeken met open zitvlakken.
Zwarte veters tussen geschoren zonnebankbillen.
Leren slipjes die nieuwsgierige penissen maar nauwelijks binnen kunnen houden.
Zo gaat dat in de lente.
Vanavond zijn ze er allemaal.

Op straat.
Provocerend, zich bewust dat iedere vermaning van het gezag een beperking is van hun seksuele vrijheid.
De mannen kijken ons aan.
Zwarte snorren.
Zwart leren jacks.
Zwart leren petten.
Ze hebben iets met uniform.

Wij zijn in uniform.
Wij zijn met zijn tweeën.
Zij met vijftig.
En de Warmoesstraat is smal.
Omkeren is gezichtsverlies. Doorlopen waarschijnlijk ook. We lopen door.
Eenmaal halverwege lijkt de kring zich te sluiten.
We zijn klaar om naar de wapenstok, de fluit, het pistool en de porto tegelijk te grijpen.
Maar er gebeurt niets.
Net niet.
Plotseling zijn we er door.
Zweet op ons voorhoofd maar een blik vol achteloosheid.
Weer iets waar we niet voor opzij zijn gegaan.
We horen nog wat gefluit achter ons.
En schunnige opmerkingen.
Hele schunnige.
Maar ze zijn te laat.
Ze hebben hun kans gehad….