Auteur:Dolf
Dijst
begin jaren 80
|
Hulpverlening
en Sonja Barend
|
 |
*Ook dit is
bureau Warmoesstraat
De hulpverlening is heden ten dagen 24 uur per dag en 7 dagen in de week
bereikbaar. Deze luxe bestaat nog niet zo lang. Voor die tijd was de politie
de enige "hulporganisatie" die 24 uur per dag en 7 dagen in
de week bereikbaar en beschikbaar was. Vele sociale armen, die leefden
langs de zelfkant van de maatschappij kwamen in de late avond, nachtelijke
uren en de weekends het bureau binnen om op de bank in de hal van het
bureau op een behoorlijke manier de nacht door te brengen.
Zo ook op Goede Vrijdag. Ik stapte voor mijn nachtdienst het bureau binnen.
Op de bank in de hal zat een vrouw rustig een sigaretje te roken met naast
haar een aantal plastic zakken met kleding. Mijn collega vertelde dat
de vrouw door de zorginstelling waar zij verblijf vanwege haar lastige
gedrag buiten de deur was gezet. Zij moest zelf maar op zoek gaan naar
een vervangende slaapplaats. Dat was haar niet gelukt, mogelijk ook veroorzaakt
door haar beperkte geestelijke vermogen. Op die momenten ga je als brigadier-wachtcommandant
je netwerk aanspreken. De hulpverlening is alleen tijdens kantooruren
te bereiken. Ik had geen geluk. Zelfs de zusters Augustinessen in de Warmoesstraat,
die zelden of nooit "nee" verkochten, moesten nu erkennen dat
alle bedden bezet waren. Er bleef niets anders over. Zij moest de nacht
op de bank in de hal van het bureau door brengen, voorzien van koffie
en eten verstrekt door de hulpverlenende dienders van bureau Warmoesstraat.
Mijn collega van de ochtenddienst lichtte ik in. Hij zou de Paaszaterdag
gebruiken om onderdak te zoeken. Groot was dan ook mijn verbazing toen
ik de avond van Paaszaterdag het bureau in stapte voor mijn volgende nachtdienst
en de vrouw nog op de bank zat. Ik kreeg te horen dat ondanks alle moeite
die vele dienders van de Warmoesstraat zich getroost hadden de hulpverlening
niet thuis gaf.
Dinsdag na de Paasdagen zou de vrouw geholpen kunnen worden. Dat ging
mij te ver. Ik vroeg de stadsdienst aan het bureau. (de stadsdienst was
een hoger kaderlid, die toezicht hield in de nachtelijke uren op het reilen
en zeilen van het korps).
Aan de jonge inspecteur van de stadsdienst (het huidige hoofd KLPD Dienst
Spoorwegpolitie) vertelde ik het probleem. Vele alternatieve voorstellen
vlogen over de balie tot iemand de opmerking maakte dat over verderop
in de Nes in Frascati Sonja Barend haar live tv-talkshow hield.
Zonder dralen nam het "inspecteurtje" enkele plastic zakken
onder zijn arm en liep naar Frascati. Op het moment dat Sonja Barend haar
programma wilde afsluiten, liep hij pardoes de zaal in. Van verre riep
hij naar Sonja of zij hem kon helpen en hield daarbij de plastic zakken
met kleding omhoog. De regie van het programma werd verrast en de camera's
waren op zoek naar het met plastic tassen zwaaiende inspecteurtje. Voor
de camera hield hij zijn betoog, dat de mensheid toch niet zo hard was
om deze vrouw met de Paasdagen op straat te laten slapen.
Reactie bleef niet uit. De telefoon van bureau Warmoesstraat stond roodgloeiend.
Mensen boden hun eigen bed en en ook directeuren van zorginstellingen
belden om te zeggen dat zij een dergelijke handelswijze niet hanteerden.
Niet iedereen binnen het management van de korpsleiding was tevreden met
deze oneigenlijke handelswijze van dit inspecteurtje, maar zijn handelswijze
heeft er wel voor gezorgd dat de vrouw met Pasen en daarna een behoorlijk
onderkomen had. |