Auteur:
Will Reidinga
jaar: 1980
|
|  |
In
1980 was ik hondengeleider. De nacht voor 30 april had
ik 's nachts de bewaking van de ME voertuigen gehad op het terrein van de
Zuidergasfabriek samen met mijn diensthond. Gelukkig kwam
de aflossing vroeg. Snel naar bed. Rond 11.00 uur gaat de
telefoon, de adjundant J.D. van der Linden (de witte) aan de andere kant
van de lijn. Toen ging dat nog, tegenwoordig moet je heel wat in
huis hebben om de navolgende mededeling te doen: "Will, direct in
dienst komen. Kom meteen maar naar het HB. Jouw ME spullen hebben wij daar
!"
Washand over je gezicht en dan ging je gewoon.
Op
het moment dat ik de kleine binnenplaats op het HB kom op lopen, rijdt net
de groep ruiters onder leiding van HABO Kooistra de binnenplaats op.
Hij zei niets, ik zag alleen z'n bebloede gezicht en de wonden aan de
paarden.
Kort daarop komt een hondenwagen mij oppikken. Minuten
later zijn wij echt aan het vechten, op de plaats waar nu de Stopera
staat.
Dolf had relatieve
rust die dag en ik heb min of meer moeten vechten om de dag door te komen.
Dolf beschrijft in zijn verhaal de veldslag op het Rokin. Ik was daar
op het moment dat vanaf de Munt een motordiender met zijn motor komt
richting Dam. Hij wordt min of meer van z'n motor gemept hij valt en
de motor vliegt in brand.
Na
de uitval van het peloton blijkt dat de collega zijn pistool had verloren.
Toen kneep ik hem even, want stel je voor de "tegenpartij" hem zou
hebben!
Sinds
die tijd beet heeft de toenmalige diensthond mij bij ME detachementen één
keer in het bovenbeen gebeten.
Ik droeg dan ook de
scheenbeschermer op mijn bovenbeen ipv op het scheenbeen.
|