Auteur:
Harry Onderwater Jaar: onbekend
| Hij
leeft nog |  |
Na het lopen
van de voetpost Dam/Damrak liepen Fred en ik weer naar het bureau terug.
Halverwege de Oudebrugsteeg werden wij aangeschoten door een opgewonden
vrouw.
Ze trok ons het gangetje van haar woning in. "Vlug, vlug
de
buurman", gilde ze.
We volgden haar de trap op naar de eerste etage. Ze liep naar het raam
aan de straatkant en wees naar het huis aan de overkant.
"De buurman heeft zich opgehangen. Ik geloof dat hij nog leeft."
Wij zagen in de woning aan de overkant van het steegje, achter in de kamer
een man hangen.
Hij spartelde, inderdaad
. alsof zijn leven ervan afhing. We renden
naar beneden en waren al bezig om de buitendeur van het huis in te trappen
toen er een man kwam aanrennen.
"Wacht, wacht. Ik maak open. Wat is er aan de hand" riep hij.
We hadden
geen tijd. Elke seconde telde. We renden naar 1-hoog. Toen wij daar
de deur van de woning in wilden trappen, bleek hij ook van die deur
een sleutel te hebben.
Het drong niet echt tot ons door.
We renden
de kamer in en zagen voor het opengeschoven achterraam een blauwe overall
aan een hangertje. Hij hing te drogen, fladderend in de wind
.
De schade
aan de deur viel mee en de man met de sleutel was eigenlijk alleen maar
blij dat wij zo'n haast hadden gemaakt, al ging het in dit geval alleen
maar om z'n overall.
|