Auteur:Joop
Langkemper Jaar:jaren '80 van 1981-1987, groep 4 |
Hartverzakking |  |
Ik
was nog niet zo lang werkzaam op de Warmoesstraat toen ik met de ervaren hoofdagent
Piet (Middelkoop) om 10.00 uur 's ochtends op de auto moest. Al keuvelend over
koetjes en kalfjes reden we op de Oudezijds Achter. Daar werden we plots opgeschrikt
door het bericht;"202, willen jullie gaan naar de Dam, voor Kras. Daar is
een man en die heeft vermoedelijk een hartaanval gehad. De GGD rijdt ook." Verheugd
door de dringende oproep kijk ik opzij en wil over het schone en noodzakelijke
van de politie een gesprek aanknopen met Piet. Dan zie ik dat hij enigszins bleek
is en wat weggetrokken. Op mijn vraag wat er aan de hand is, antwoordt hij:"
Doe niet zo enthousiast man, ik weet niet meer hoe dat reanimeren moet. Dat is
al weer zooo lang geleden, ik zweet peultjes." Inmiddels
draai ik de Oude Kennissteeg in en besluit dat het hoog tijd wordt om de toeters
en bellen te gaan gebruiken. Ik trek de knop uit en tegelijkertijd begint de sirene
te loeien. In mijn jeugdige enthousiasme had ik echter de man op het trottoir,
1,5 meter naast ons, over het hoofd gezien. Die man, wakker geschrokken uit zijn
mijmering door de gillende sirene krijgt ter plaatse bijna een hartverzakking
en springt van schrik letterlijk een halve meter de lucht in. Hij weet te nauwer
nood op zijn benen terecht te komen. Boos en geschrokken reageert hij met opgeheven
hand. Ook
Piet geeft naast mij een harde gil en krijgt een hartverzakking. Die ziet zichzelf
al een tweede slachtoffer beademen en reanimeren. Geschrokken geeft hij mij een
aantal dreunen op mijn schouder, al roepende:"Doe normaal man, straks moeten
we er 2 reanimeren. Ik zit nog steeds te bedenken hoe het ook weer moet."
Als ik opzij kijk ziet hij nog bleker dan eerst. Ik
grinnik om zoveel leuke dingen ineens hetgeen mij op een boze blik komt te staan. Ik
moet onbedaarlijk lachen om de penibele blik van deze ervaren hoofdagent en tracht
hem wederom gerust te stellen dat het wel los zal lopen. Tot aan de Dam is zijn
blik echter broedend en vol onbegrip. Inmiddels
komen we aan op de Dam en blijkt het slachtoffer al in de ambulance te liggen
en is zijn toestand stabiel. Piet, inmiddels weer de oude en gezegend met
veel gevoel voor humor, zegt; "Hart voor de zaak vind ik niet erg, wel als
het ophoudt met slaan.!!
|