Ton
Stellaard jaar: onbekend | |  |
Nee,
hardlopen was en is nooit mijn sterkste punt geweest. Dat vond ik altijd wel
erg, want als er weer eens een "Assistentie collega" klonk vanaf de
Zeedijk, dan kwam ik steevast als laatste aan en was de ergste strijd alweer gestreden.
Weg aktie en tegen de tijd dat ik weer kon praten, liepen we alweer (meestal
met wat arrestanten) naar het bureau terug. Steevast werd er onderweg naar
het bureau het nodige afgepraat over wat er allemaal gebeurd was. Tja, en wat
kon ik dan vertellen. Ik heb mij toen wat bedacht.
Na enige tijd klonk
weer de noodkreet vanaf de Zeedijk. Iedereen stormde weer over elkaar heen
langs de balie en het trappetje af naar de Zeedijk. Natuurlijk stormde ik (nou
ja...stormde...) ook weer in die richting. Ik liep weer achteraan, toen
ik werd gepasseerd door een dikke vent op een Zundapp bromfiets. Ik maande
hem tot stoppen en sprong achterop.
"Die kant op", schreeuwde
ik en wees in de richting van de Stormsteeg. De man deed wat ik vroeg en stuurde
behendig om de rennende collega´s heen de Zeedijk op.
Ik was zielsgelukkig
toen ik als tweede aankwam bij de collega´s die hulp nodig hadden. Dat was
volgens mij de eerste keer dat ik met een dikke vette glimlach de knuppel heb
laten rondzwaaien.
Op de weg terug naar het bureau had ik nu eindelijk
ook eens iets te vertellen.
Later heb ik die truc enige keren herhaald.
Achterop een fiets en één keer, heel luxe, per taxi.
Tja,
bij assistentie collega waren alle middelen geoorloofd. Als je er maar kwam. Toch?
|