Auteur: Theo Evers
jaar: 2001
Gratis eten

Tijdens een van mijn avonddiensten werden ongeveer tegelijkertijd een winkeldievegge en vier aangehouden drugsverslaafden bij mij voorgeleid.

De voorgeleidingsruimte was in een klap tjokvol en iedereen wilde op het verdachtenbankje zitten.
De verslaafden begonnen te duwen en trekken op dat bankje en maakten ruzie met elkaar. De winkeldievegge begon nogal angstig te kijken en ik vroeg een vrouwelijke collega om haar even te 'pellen' (fouilleren) in de fouilleringsruimte.

Hierop bracht de collega de vrouw weg en begon ik de naam van de eerstvolgende arrestant in de computer in te voeren.
Even later ging de deur van de voorgeleidingsruimte weer open en vroeg mijn collega in de deuropening: 'Waar kan ik haar plaatsen?' Doe haar maar in cel 2, antwoordde ik en ik ging verder met het invoeren van de arrestanten.

Uiteindelijk moest ik nog maar 1 arrstant invoeren. Ik zag dat zij een bekende drugsverslaafde was en dat zij heerlijk en op haar gemak uit een beker yoghurt dronk. Vervolgens zag ik dat zij een pak koek uit een volle plastic boodschappentas haalde, deze opende en de koekjes begon op te eten.

Ik was even aan een bakkie koffie toe en liep naar de koffieautomaat in de wetenschap dat de laatste arrestant toch even aan het eten was.

Toen ik enkele minuten later terugkwam was zij weer uit een beker yoghurt aan het drinken. Zij had ondertussen een behoorlijke bende gemaakt in de voorgeleidingsruimte, overal lag gemorste yoghurt, koekkruimels en lege verpakkingen.

Ook haar liet ik fouilleren, de door haar gemaakt rotzooi opruimen en in een cel plaatsen.
De boodschappentas werd tezamen met haar andere bezittingen in een zogenaamde arrestantendoos onder de balie gelegd.

Enkele uren later kwam een collega van de afhandelunit bij mij en zei: 'Theo, ik heb de winkeldievegge afgehoord en zij gaat met een dagvaarding naar huis. Weet jij waar haar boodschappentas is?'

Ik antwoordde: 'Welke boodschappentas. Zij had geen tas bij zich'.

Opeens ging er een lichtje bij mij branden.

De winkeldievegge had vooraan op het verdachtenbankje gezeten en had haar boodschappentas naast zich op het bankje neergelegd.

Toen de andere arrestanten werden binnengebracht, was zij uit angst opgesprongen en hierna in de drukte vergeten haar boodschappentas bij mij af te geven.

Er was er een die deze avond geen eten meer hoefde.