Auteur:Jim
Nijman |
Geschiedenis Bureau Warmoesstraat, deel 3
|  |
 |
<-<-
Commissaris Voordewind
Hal en balie Warmoesstraat na 1974->-> |  |
Eerste
uitbreiding De
1e uitbreiding van het bureau was op 1-5-1927 een feit toen de functie van conciërge
was opgeheven en de werkster haar intrede deed. De woning was leeg en de uitbreiding
gaf vooral de recherche meer armslag. Maar deze "snelle" uitbreiding
heeft dan al 24 jaar op zich laten wachten.
De Commissaris Hendrik Voordewind
heeft in zijn boek van juni 1951, getiteld "De Commissaris vertelt door"
over de toestand aan de Politiebureaus die hij had meegemaakt, geschreven. De
Bureaus Muiderpoort, Sint Pietershal en Lauriergracht noemt hij een schande voor
de stad. De Politie onwaardige stinkende hokken. Die waren reeds weg en door betere
vervangen.
Laat
ik een klein stukje uit het boek citeren:
"Eén is er evenwel nog, nl. het bekende bureau Warmoesstraat,
Dat destijds nota bene als Politiebureau werd gebouwd. De ontwerper er
van heeft getoond, niet het minste begrip te hebben gehad van de eisen,
waar een Politiebureau aan moest voldoen en de toenmalige corpschef heeft
zich vermoedelijk dit misbaksel maar zonder meer in de maag laten splitsen."
Hij gaat dan verder dat het personeel de dupe van het misbaksel was. Vooral
de wachtcommandant die 24 uur per dag zijn werk moest verrichten bij kunstlicht.
Een particulier die het in zijn hoofd zou halen zijn personeel in zo'n
kot te laten werken, zou al gauw de Arbeidsinspectie op zijn dak krijgen.
De
verschillende verdiepingen waren slechts met een smalle wenteltrap verbonden
waar twee personen elkaar nauwelijks konden passeren. De cellen lagen
in de kelder waar het altijd vochtig rook, welke stank door het hele gebouw
trok.
Hoe een onwillige arrestant
daar kwam werd maar aan de verbeelding overgelaten. Er was maar één
goede kamer en dat was de kamer van de chef met riant uitzicht op het Damrak.
De rest was knudde en volkomen geïsoleerd van elkaar gelegen en zonder enige
ventilatie. Enfin Voordewind laat er geen spaan van heel en hij had gelijk. Ik
heb het zo nog gekend.Jaren
zeventig Maar
de "snelle" uitbreiding kreeg dan uiteindelijk in de jaren '70 van de
twintigste eeuw toch zijn beslag. De panden 44, 46 en 50 werden bij het bureau
getrokken dat op zijn beurt eigenlijk helemaal verdween. De oorspronkelijk plek
werd met 2 etages opgetrokken en voorzien, zowel aan voor- en achterzijde van
gevels die bewaard waren uit de, in de hongerwinter vrijwel gesloopte panden,
Jodenbreestraat 78(voorgevel) en 80(achtergevel).
Ik werd in 1975, voor
een stageperiode, als leerling Brigadier aan het bureau geplaatst. Het was toen
nog een chaos van bouwmuren, noodtrappen en rondklossende bouwvakkers. Wat op
mij de meeste indruk maakte was de drukte en het lawaai dat ik als politieruiter
helemaal niet gewend was. Ik heb dan ook de eerste weken met het zweet in mijn
handen dienst gedaan. Wat vooral niet meeviel, was anderen te zeggen wat ze moesten
doen, terwijl die veel meer routine hadden aan het bureau en in de buurt dan ik.
In 1976 werd ik er voor vast geplaatst. Ach, wie lette toen nog op een paar
schilders die boven je hoofd hun werk deden terwijl onder hen zich een politie
toneelstuk afspeelde waar zij soms stomverbaasd naar keken.
Wat valt er nog meer over het bureau te vertellen. Nadat de executieve
dienst was verplaatst naar de Beursstraat werd het pand niet door de
Politie verlaten. Momenteel huist de Dienst Personele Ondersteuning
er. De binnenzijden van de panden zijn dusdanig veranders dat er van
het verleden weinig over meer is.
Het leven
is er uit en dat zullen allen, die het voorrecht hebben gehad er dienst
te doen, kunnen beamen.
Zelfs Kuiper en Van Riessen zullen dat zo voelen!
|