Auteur:
Wim Sijtsma
jaar: 1976 |
gekke
Brigadier
|
 |
Op een prachtige
zonnige zaterdag zomermiddag stapte ik het bureau binnen om in de middagdienst
te beginnen.
De eerste die je dan nagenoeg niet over het hoof kon zien was de brigadier-wachtcommandant.
Die middag had de brigadier Jos dienst.
Buiten vielen de mussen dood van het dak en binnen was het ook om te stikken.
Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik in die dagen nogal serieus over het door
mij aanvaardde ambt dacht en ik de soms vreemde gedragingen van collega's
met gefronste wenkbrauwen opnam.
Het gezag dat ik toch ook dacht te vertegenwoordigen moest in mijn ogen
een bepaalde uitstraling hebben en wel die van ordehandhaver.
Daarnaast vond ik dat een brigadier toch zeker een voorbeeldfunctie had
ten opzichte van een agent.
Dat was die middag dan wel ver te zoeken want de brigadier Jos zat op
een stoel niet achter maar op zijn bureau. Uit zijn oren hingen grote
plukken watten en in zijn hand hield hij een opengevouwen paraplu.
De dienders van zijn ploeg lagen werkelijk in een deuk, doch ik keek misprijzend
naar Jos, en maakte de opmerking: "Je bent gek".
Nadat ik mij had omgekleed en voor de balie kwam, was het plotseling onrustig.
Jos was van de tafel geklommen en de watten en paraplu waren verdwenen.
Er waren problemen aan de achterzijde bij Krasnapolsky en er diende met
harde hand te worden opgetreden tegen de krakers die de problemen veroorzaakten.
Jos gaf instructies dat een ieder zich gereed diende te maken om daar
heen te gaan, doch voor mij had hij een andere opdracht. Ik mocht de assistentie
auto gaan bemannen en gelijk het 3e district besurveilleren.
Ik zag dit als een persoonlijke wraakactie van hem, gelet op mijn misnoegen
over zijn eerdere gedrag. Met de pest in (omdat ik een vechtpartij dreigde
mis te lopen) kroop ik op de wagen en op het moment dat de kloppartij
begon, was ik natuurlijk wel even in de buurt, doch het duurde niet lang.
Een melding over de mobilofoon deed mij de kloppartij vergeten, de mobilofonist
van kamer 14 gaf kennis van het feit dat een onverlaat in een zijstraatje
van de Kalverstraat, in een modezaakje, had getracht deze te overvallen
en daarbij in het kleine winkeltje had geschoten.
Voldoende sensatie ter compensatie.
Mijn collega en ik snelden er in onze VW kever met jankende tweetoon en
blauw zwaailicht heen. Nadat wij een verkoopster hadden gekalmeerd, wachten
wij de komst van de recherche af en droegen de zaak over.
Na nog enkele meldingen kwamen wij na enkele uren weer terug aan de Kit.
Ik kom
ex-brigadier Jos af en toe wel eens tegen, het is een bijzonder aardige
man, nog steeds vol streken en inmiddels opgeklommen tot commissaris.
Want zo gek was hij toch niet.
|