Auteur: Piet Middelkoop
Jaar: jaren '80
Drop, beambte

De grote truc van de meeste hasj-verkopers in die tijd was wel om een stuk "geperste koeienpoep" dat rechthoekig van vorm was en er vrij donkerbruin uitzag, als hash te verkopen en dan waren het met name de duitse toeristen die er elke keer, letterlijk en figuurlijk, weer instonken.

Aan één van de hoeken van deze rechthoek "plakte" de verkoper een echt stukje Hash zodanig dat het niet opviel. Als de koper interesse in die grote plak Hash had, dan hield de verkoper een vlammetje onder dat puntje hash en blies de rook die er van af kwam in de richting van de neus van de koper.
De koper rook dan de echte zoete wee-ige lucht van hash en vond dat de prijs "Toll" en "Super" was voor zo'n Riesenstuck Hash.
Als de koop gesloten was, zou de koper er pas veel later achterkomen dat de wee-ige lucht echter van korte duur was.

Wij kregen de melding dat er op de Zeedijk nephash werd verkocht volgens de bekende "Koeienpoep" truuc. Wij kregen een signalement door van een surinaamse jongen, die wij eigenlijk meteen (her)kenden. Het was de ons bekende Romeo, hij verkocht dit spul wel vaker.

Toen wij Romeo aan zagen komem lopen, hielden wij hem staande en troffen wij in zijn rechterzak een plak "Koeienpoep" aan. Op mijn vraag, wat Romeo daar in zijn jaszak had, antwoorde hij " Dat is drop beambte, ik zweer het je, het is geen hash!"

Het puntje hash dat op de hoek hoorde te zitten,zat er niet. Dit was typisch weer een Romeo-geval. Dat had hij nou elke keer. Telkens als hij wat uitprobeerde, mislukte het.

Dit hoorde wel bij hem. De keren dat ik hem staande heb gehouden en een praatje met hem gemaakt had, waren elke keer hetzelfde. Romeo miste steeds"de finishing touch"..

"Okee, Romeo, dus het is drop, zeg je" vroeg ik hem. "Zeker weten beambte" antwoordde hij.
Ik brak een stukje koeienpoep af en zei met een dolletje tegen hem " Open je mond dan,als het drop is dan kan je het gewoon opeten, toch?"

Romeo deed zijn mond open, en na enig twijfelen aan mijn kant, stopte ik het stuk in zijn mond en zei hem: "Goed kauwen die drop Romeo!"

En ja hoor, met brede kauwbewegingen en een moeilijk gezicht stond Romeo te kauwen en te herkauwen. Toen ik hem vroeg, wat hij nu aan het eten was, opende hij zijn mond en zei: "Poep, beambte, het is koeienpoep!"

Terwijl hij dat vertelde, zagen wij inderdaad tussen het speeksel de grassprieten op zijn tanden zitten. Met ingehouden lach hebben wij hem de drop uit laten spugen en hebben we er met z'n allen hard om gelachen. De poep hebben wij voor hem weggegooid.

Nog lang na dit voorval was het Romeo die ons telkens vroeg of wij nog een droppie van hem moesten!