Auteur: Herman Dijksman
jaar: onbekend

Warmoesstraat van 1973 - 1977, Groep 8
Dode man

Het was in de avonddienst toen de melding kwam, dat er een dode man voor het raam zou zitten op een adres één hoog.

De Wcdt vond dat wel een goede klus voor mij, omdat ik toch al de naam had bij diverse collega’s een "lijkenpikker" te zijn, en stuurde mij op pad.

Ter plaatse leek er inderdaad een oude man voor het raam te zitten, die het tijdelijke voor het eeuwige had verruild. Maar probeer daar maar eens bij te komen.
De buren hadden geen sleutel en verder was er in de directe omgeving niets van hem bekend, alleen dat hij nu “dood” was.

De woning was zojuist gerenoveerd, waarbij de brievenbus geen soelaas bood en de sponningen te stevig (althans voor mij) waren om de deur op gepaste wijze te forceren.

Een ladder van de buurman bood hulp en zo kon ik het raam van de eerste verdieping bereiken en omdat het zomer was stond dat wagenwijd open.

De man scheen inderdaad dood en de tv stond keihard, vermoedelijk was hij “in leven” doof.
Met de van dienstwege verstrekte wapenstok porde ik een paar keer stevig tegen het lichaam van de man, waarvan hij iets opzij viel en ik de diagnose dood, bijna kon stellen.

Het geluid van de tv was echter oorverdovend, dus toen eerst maar even met hetzelfde dienstwapen, de tv uitgedrukt.

Toen pas hoorde ik dat de man enig geluid maakte. Hangend in het open raam porde ik de man maar even goed door elkaar om hem te laten weten, dat hij bezoek had.

Na veel moeite lukte dat dan toch. Hij keek mij helemaal NIET vreemd aan en vroeg: “Bent u van de brandweer?”
Ik antwoordde ontkennend en zei;”Ik ben van de politie”.

Hij antwoordde;”Dat is ook goed.”

Hierop ging hij weer lekker zitten en viel direct weer in slaap. Mij in opperste verbazing achterlatend.