Auteur: Frank Dekker
jaar: onbekend
Dobbermann


Op een morgen in de ochtenddienst, lopen Ruud en Koos op de Zeedijk.
Op de hoek Zeedijk / Stormsteeg wil Ruud wel een peuk roken.
Terwijl Ruud en Koos daar staan komt er een bewoner langs met een net gekochte en van zeer goedepapieren voorziene dobberman hond.
Koos zegt tegen de bewoner, wat een mooie pitbull meneer.
Waarop de bewoner kwaad antwoord: "Het is geen pitbull, maar een dobberman met zeer goede papieren". Waarop Ruud antwoord:" Nou dan ben je mooi belazerd.
Het is een pitbull, wat niet eens een rashond is". Terwijl Koos en Ruud dit aan de bewoner mededeelde, had Ruud de knop van de portofoon ingedrukt gehouden, waardoor het gehele bureau Warmoesstraat, dit verhaal kon meeluisteren.
Vervolgens was het eerste dat iedere post die in de richting van de Zeedijk ging, tegen de man met de dobberman zeiden: "Wat een mooie pitbull meneer". Vervolgens zagen de collega's dat deze buurtbewoner met schuim op de mond en rook uit zijn oren en in overtuiging dat hij een pitbull had gekocht in plaats van een dobberman met papieren, terug zou gaan naar de handelaar die hem dit beest had verkocht.