Auteur: Theo Evers
jaar: 2000
De vroege ochtend

Op een doordeweekse morgen liep ik omstreeks 06.10 uur over de Nieuwmarkt naar bureau Warmoesstraat. Ik kwam even daarvoor uit de metro en besloot over de Zeedijk te gaan, want daar gebeurde altijd wel wat.

Toen ik de Molensteeg gepasseerd was, zag ik enkele verslaafden om een, mij onbekende dealer, heen staan. Ze hadden mij nog niet opgemerkt en waren druk bezig met het kopen van de drugs.
Ik liep de groep voorbij en zag dat de dealer in een van zijn geopende handen, een aantal bolletjes cocaïne had liggen. Nog had niemand mij herkend. Hierop rende ik terug en onder het hard roepen van: "Politie, je bent aangehouden" dook ik bovenop de dealer.

Mijn tactiek had niet het gewenste effect. We vielen beiden op de grond en de dealer begon direct met mij te vechten. Ondertussen dacht ik tegelijkertijd aan meerdere dingen, shit mijn kleding, Jezus mijn tas en ook zag ik en passant nog dat een groot aantal bolletjes cocaïne over de rijbaan rolden waar de verslaafden op doken.

Ik nog roepen: "Afblijven met je poten", maar dat was tegen dovemansoren gezegd. Ondertussen kreeg ik de man niet echt onder controle, want volgens mij dacht ie dat hij werd beroofd van zijn drugs.

Hé, gelukkig ik hoorde de sirene van een pitauto in de verte aankomen.
Het geluid van de sirene werd alsmaar harder en klonk als muziek in mijn oren. Nog maar even volhouden. Met luid piepende banden kwam de pitauto via de Korte Stormsteeg de Zeedijk inscheuren, in onze richting.
Ik zag dat de auto enkele meters bij ons vandaan tot stilstand werd gebracht, dat Erwin P. en Harald O. uit de wagen stapten en in onze richting kwamen rennen.

Harald herkende mij in eerste instantie niet als een van de vechtenden, want ik zag dat hij met een been uithaalde om mij een enorme schop te verkopen en zo de vechtpartij te beëindigen. Net voordat hij dit deed hoorde ik Erwin schreeuwen: "Harald kijk uit, dat is Theo". Had ik even mazzel!

Harald kon nog net de schop voorkomen. Even later werd de dealer geboeid afgevoerd en kon ik nog wat bolletjes cocaïne veiligstellen. Ik zag er niet uit. Mijn kleren besmeurd door het rollen over straat, hier en daar schaafwondjes op mijn handen en ik moest nog de hele dag. Natuurlijk grote hilariteit onder de collega's van de nachtdienst toen ik het bureau binnenkwam, maar ze waren het wel van mij gewend.