Auteur:
Piet Middelkoop
jaar: onbekend |
|  |
De kantine
aan het bureau werd af en toe gerund door collega's die voor een aantal
dagen uit de dienst werden gehaald om gedurende die dagen als kantinebaas
te fungeren en zodoende hulp te verlenen aan hen die dat behoeven.
En dan niet alleen om koffie te zetten, maar er werd meer van je gevraagd:
eigenlijk werd er een compleet restaurant gerund op zo'n dag.
Je had collega's die hun ziel en zaligheid in het kantinebaas-zijn legden,
maar ook collega's die het minimale deden. Koffie en broodjes kaas en
worst. Niet meer en niet minder. Pas na tienen een broodje bestellen,
geen zin, ik heb wel ander dingen te doen
.
Elke dienstgroep leverde zo per week 2 collega's. en het kon gebeuren
dat je "aangewezen" werd.
Aangewezen collega's kon je snel herkennen. Er kwam weinig terecht van
lekkere maaltijden, snacks, aardbeien en dat soort zaken. Collega's
die zichzelf opgaven hadden een kookverleden of hadden koken als hobby.
Collega H. was zo'n aangewezen collega. De week dat hij kantinedienst
had stond in het teken van de "minimalistische" keuken.
Het was
de week na collega H. dat ik samen met collega Tom kantinebaas mocht
spelen.
Elke ochtend op tijd aanwezig zijn en meteen maar beginnen met het zetten
van veel koffie. Tegen 08.00 uur stroomt het bureau vol met collega's
die de dienst beginnen en er is toch niets lekkerders dan verse koffie
voor dat je aan het werk gaat. Terwijl de koffie doorliep was je druk
bezig met voorbereiden van de maaltijden tussen de middag. Een echte
lunchpauze kenden we niet op het bureau. Als je tijd had om te eten
, dan ging je eten. Het kon elk moment gebeuren dat je weer de straat
op moest voor een spoedeisend geval. Lunchen gebeurde aan het bureau
tussen 10.30 en 13.30 uur. Dan had je meesten wel gehad. Daarna opruimen,schoonmaken.
de bestelling voor de volgende dag doorgeven, verse koffie achterlaten
en voor je het wist was je dag weer om.
Zo gebeurde
het dat op onze eerste dag collega H om 07.30 al bij ons kwam en zonder
blikken of blozen al een aantal broodjes als ontbijt bestelde. Collega
H. was vorige week kantinebaas geweest omdat het moest en niet omdat
hij dat graag wilde.
Wij vertelden
hem dat hij eigenlijk nog even moest wachten, het was immers nog geen
10 uur, maar dat hij voor deze keer alleen een broodje kaas kon krijgen.
Snel een broodje opengemaakt, geen boter en twee plakken kaas er tussen.
De volgende dag, zelfde tijd, zelfde vraag van collega H. Alsof hij
van niets wist bestelde hij doodleuk weer 2 broodjes kaas.
Tom en ik keken elkaar aan en wisten precies wat wij wilden op dat moment.
Ik trok mijn klantvriendelijkste gezicht en vroeg collega H. nog of
hij er ook nog een stukje tomaat bij wilde.
Terwijl
Tom de broodjes opensneed, sneed ik een geel vaatdoekje dat naast het
fornuis lag, in twee redelijke stukken en legde deze netjes gedrapeerd
op het broodje. Hopla een stukje tomaat erop, broodje dicht, op een
bordje gelegd en collega H. geroepen dat zijn broodje klaar stond.
Nadat hij betaald had, ging hij achter in de kantine zitten. Bakkie
koffie erbij, broodje richting mond om een ferme hap te nemen
.
Tom en ik keken met spanning toe.
Na zijn eerste hap was in één keer al zijn "kaas"
van zijn broodje af. Wij zagen hem stoppen met kauwen en als een volleerd
tovenaar trok hij het complete vaatdoekje uit zijn mond.
We hebben
hem later in die week niet meer voor tienen bij ons aan de counter in
de kantine gezien.
|