Auteur: Ton Stellaard
jaar: 1982

Warmoesstraat, dienstgroep 2 en 4
1980-1988
Blauwe pit

Op een mooie zomerdag was ik als 202 aan het surveilleren in het Wallengebied.
Ik reed samen met Rob M. en we reden juist op de Nieuwmarkt, toen een auto uit het 3e district de opdracht kreeg te gaan naar de Raamgracht, alwaar een paar toeristen beroofd werden.

Aangezien we daar maar een paar honderd meter vandaan waren, besloten we met spoed daarheen te gaan. En inderdaad.
We zagen dat twee rugzaktoeristen met een mes bedreigd werden door twee heren uit de gebiedsdelen overzee. Toen ze ons in de gaten kregen renden ze weg de Raamgracht op. Ik scheurde er volgas achteraan. Op een gegeven moment ging er één rechtdoor en één rechtsaf. " We pakken die gozer die rechtdoor gaat", schreeuwde Rob. Ik liet me dat geen twee keer zeggen en gaf nog een dotje gas bij.

Nu wil het feit, dat de Raamgracht een pitoresk bruggetje heeft liggen, midden op de weg. Dat komt in Amsterdam wel meer voor. En we hebben allemaal wel eens een sprongetje gemaakt op zo´n bruggetje.
Helaas gaat de weg op de Raamgracht niet rechtdoor, maar maakt een klein, maar venijnig knikje.
In mijn enthousiasme de boef te pakken was ik dat effe vergeten. We werden daarom gelanceerd en vlogen een eind door de lucht, om uiteindelijk boven een Amsterdammertje te landen. Onze auto kon dat niet lijden, dus die ging over de kop, gleed een eind door en bleef bij een invalidenparkeerplaats op zijn kop liggen. We hebben eerst gekeken of we allebei OK waren.

Toen deden we de mededeling die ik nu nog steeds (bijna 20 jaar later) moet horen.

Rob pakte (al liggend in de op zijn kop liggende auto:" HB, hier de 202. Onze blauwe pit is kapot."

Het HB antwoordde:" Dat is toch geen probleem jongens. Rij even naar de garage en haal een nieuwe."
Rob sprak toen:" Dat gaat een beetje moeilijk HB, want de auto ligt er op".

Achteraf een schitterend incident, dat mij helaas drie maanden rijverbod heeft opgeleverd.