Auteur:
Theo Evers jaar: 2000 | Verkeerde
tijd, verkeerde plaats |  |
Michael,
de zoon van een goede vriend van mij, was bezig zich te orienteren op zijn studie
en beroepskeuze. Zijn vader vroeg hem of de politie niet iets voor hem was
en vroeg aan mij of Michael een dag stage kon draaien aan het bureau. Ik stemde
daar mee in en op een zaterdagmorgen meldde Michael zich aan de Warmoesstraat. Na
een rondleiding in het bureau gingen wij in een pitbus (surveillancebus met zwaailicht)op
pad. Na enige tijd door het gebied te hebben gesurveilleerd, kwam via de centrale
meldkamer de melding door dat een gewapende overval had plaatsgevonden in
een souvenirwinkel aan de Heiligeweg. De dader zou een negroide man zijn
met als bijzonderheid dat hij een zogenaamd Rastapetje droeg, een gebreide muts
in de kleuren rood/zwart/geel/groen. De overvaller zou zijn weggegaan in de
richting van de Kalverstraat.Diverse
surveillance eenheden gingen onderweg naar de opgegeven lokatie. Ik reed op
dat moment met Michael in de Spuistraat, richting Kalverstraat en zag dat een
negroide man met zo'n gebreide Rastamuts, haastig het zebrapad van de Spuistraat
overstak in de richting van de Dam. Ik schatte de man tegen de 1.95 meter lang.
Hierop bracht ik de pitbus tot stilstand, gaf via de mobilofoon mijn positie door
en dat ik achter de mogelijke verdachte aanging. Mchael bleef op mijn verzoek
in de pitbus zitten wachten. Ik
baande mij een weg door het winkelende publiek, naderde de mogelijke verdachte
van achteren en dook vervolgens op zijn rug. Wij kwamen hierdoor op de grond te
vallen. Ik maakte de man duidelijk dat ik van de politie was en dat hij was aangehouden. De
man was zo perplexed dat hij zich zonder verzet te bieden liet boeien. Ondertussen
kwamen diverse collega's ter plaatse en werd de verdachte naar bureau Warmoesstraat
overgebracht. Ik
liep terug naar de pitbus en ging met Michael terug naar het bureau, hem onderweg
uitleggend wat er gebeurd was en dat ik een mogelijke verdachte had aangehouden. Aan
het bureau heb ik de man medegedeeld waarvan hij verdacht werd. Ik zag dat de
man over zijn hele lichaam begon te trillen en dat hij plotseling in een onbedaarlijke
huilpartij uitbarstte. Terwijl
de man even later werd gefouilleerd, kreeg ik de laatste informatie over de overvaller
door. Het zou om een negroide man gaan met een lengte van tussen de 1.65 meter
en 1.75 meter. Oi,
dacht ik. Mijn verdachte bleek eerder 2.00 meter lang te zijn dan de opgegeven
lengte. Na
een zogenaamde spiegelconfrontatie aan het bureau met een medewerker van de souvenirwinkel
bleek, dat mijn verdachte niet de dader van de overval was. Hierna
legde ik de verdachte uit, dat hij niet de gezochte overvaller was en dat ik hem
in vrijheid zou stellen. Ik veronschuldigde mij natuurlijk voor zijn aanhouding. De
man gaf een wonderlijke reactie. Hij was opgelucht dat hij weg mocht gaan en zei
tegen mij: "Ik
heb echt pech vandaag. Ik heb een lange straflijst, ook voor overvallen, maar
deze keer heb ik het niet gedaan. Ik snap wel dat de aanhouding niet anders kon.
Ik was gewoon op de verkeerde tijd, op de verkeerde plaats. Ik ben blij dat ik
weg mag."
Vervolgens werd hij heengezonden. De
echte dader is op een ander tijdstip, na weer een overval te hebben gepleegd,
aangehouden. En
Michael, Michael had een leuke dag, maar koos later toch voor een ander beroep.
|