Auteur:
Marc Meulmeester
jaar: 2001
1999 tot sluiting aan de Warmoesstraat |
Slachtoffer?!
|
 |
Mijn maatje
voor de avond, Theo Evers en ik, waren die nachtdienst in burger gekleed
en op pad tegen het nepdopers- en straatroversgilde. Om een uurtje of
4 s'ochtends was de fut eruit en bood een portiek op de Oudezijds Voorburgwal
de vermoeide voeten enige rust. Al loerende naar potentiele rovers en
ander gespuis op straat vertelde Theo mij een legendarisch Warmoesverhaal
over een Abraham in en onder een pitauto.
Een verhaal dat Theo hier zelf maar eens neer moet zetten.......
Nog maar net bekomen van het schaterlachen werd onze aandacht getrokken
door geplons en gespetter uit de richting van de gracht.
Groot was onze verbazing toen er twee handjes op de kademuur verschenen
en er een stomdronken Noord-afrikaanse man met zijn laatste krachten uit
de gracht klom.
Al druipend, struikelend en kruispassend begaf hij zich door de Sint Jansstraat
in de richting van de Warmoesstraat.
Er van overtuigd zijnde dat deze man wel beroofd móest gaan worden,
besloten we hem op een afstandje te volgen. Al snel was het raak. Drie
andere getinte mannen en een blanke voegden zich in de Papenbrugsteeg
bij onze nog immer druipnatte zwalpende vriend.
Al gauw deed de blanke jongen een greep in de achterzak van het slachtoffer
en trok hier een portemonnee uit. Voltooid delict en tijd om in te grijpen
dus!
De harteloze rover werd al snel geveld door Theo's beproefde sprong-in-de-rug-met-90-kilo
techniek.
Liggend met zijn rug op het asfalt van de Beursstraat zette de onverlaat
het onmiddellijk op een oorverdovend gillen.
Daar waren wij niet van gediend, en zeker niet van zo een laffe jatmaus
als hij.
Ons argument dat hij zich niet zo aan moest stellen werd door Theo dan
ook kracht bijgezet. "En je kop houwe!" Veel haalde het niet
uit, want het gillen en schreeuwen hield maar aan. De buit had meneer,
in een poging om het bewijsmateriaal te verdonkeremanen, snel weggegooid
richting geparkeerde auto's.
Ik had deze al snel weer in handen en zag het glunderende gezicht van
het ongetwijfeld dankbare slachtoffer al voor me. "Dont rob me, Dont
rob me!!!"gilde de man op de grond.
En opeens klopte het niet meer. Een straatrover die gilt dat je hem niet
moet beroven?!
De schok was dan ook groot toen ik een Engels rijbewijs met de foto van
onze rover erop in de portemonnee ontdekte. Ook de bankpassen droegen
louter volbloed engelse namen.
Enkele controlevragen brachten ons tot de onthutsende ontdekking dat we
hier het echte slachtoffer hadden gevloerd.
Onze natte vriend had namelijk in het korte bestek dat hij met het Engelse
slachtoffer had staan praten, kans gezien om zijn portemonnee te rollen.
Zijn riante offer aan Bacchus zal wel zijn invloed hebben gehad op de
vingervlugheid, want de Engelsman merkte het en graaide meteen zijn portemonnee
weer terug uit de achterzak van de natte Noord Afrikaan. En die had natuurlijk
allang de spat genomen!
Na een korte speurtocht achter de door de Noord Afrikaan verloren waterdruppels
aan, hield een ULM van de Nieuwezijds onze natte zakkenroller aan op de
Nieuwendijk.
Lang leve klein duimpje.
Terug op het bureau, zocht een nog immer trillende Engelsman troost bij
een bakje koffie. Het zal je maar gebeuren, gerold en beroofd binnen een
minuut!
.
|