Auteur:
Erik Kwant
jaar: onbekend
van 1989-1994 als Kmar op groep 1 en groep 7
|
|  |
Begin jaren
negentig werd de kantine bemand door twee personen. De eerste was Mie,
een niet al te reine dame die de broodjes moest smeren. Ik heb een keer
gezien dat ze een pannenkoek in de magnetron opwarmde en bij het uit de
magnetron halen erover heen nieste. Vervolgens gaf ze hem aan Hette die
hem aanpakte, naar de prullenbak liep, deze opende en de pannenkoek weggooide.
De andere was Jan. Deze man was gedeeltelijk afgekeurd omdat hij enkele
vingers aan zijn handen miste. Zo bestond zijn rechterhand uit een duim
en een handpalm. Jan was hier wel handig mee en smeerde op zijn manier
de broodjes en serveerde de soep.
Meerdere malen werd hij in de maling genomen omdat het aantal vingers
dat hij opstak niet klopte met het aantal bestelde artikelen.
Tot de dag kwam dat Jan met de VUT ging. Door het hele bureau werd geld
ingezameld om Jan een passend kado te geven. De bijeenkomst werd gehouden
in de vergaderruimte waar drank en hapjes klaar stonden.
Naast mij stond commissaris Dorst die een toespraak hield.
Na een inleiding waarin uiteengezet werd wat Jan voor de Warmoesstraat
betekend had werd hem een kado aangeboden. Dit stond verstopt onder een
laken.
Na een plechtigheid werd het laken weggehaald en stond er een gloednieuwe
fiets met alles er op en eraan.
Alleen Jan keek enigzins beteuterd. Vervolgens fluisterde ik commissaris
Dorst in zijn oor dat dit misschien geen geschikt kado was.
Na mijn uitleg heeft meneer Dorst Jan medegedeeld dat zijn fiets kon worden
omgeruild voor een fiets met een terugtrap rem, omdat handremmen toch
niet zo handig waren.....
|