Auteur:
Franck van Dooren
jaar: jaren 90 |
Flappoortje
|
 |
Het was begin
'90er jaren en als het Damrak niet ergens was opengebroken dan was er
wat mis met Amsterdam.
Op deze bewuste pikdonkere avond, weet niet of het een avond of een nachtdienst
was reed ik met mijn collega op de 213. De trambaan op het Damrak was
opengebroken over de gehele lengte van de Beurs van Berlage.
Zoals gewoonlijk bij opengebroken trambanen was deze nog toegankelijk
voor trams met de gebruikelijke plastic/rubber flappoortjes als beveiliging
tegen ge- danwel misbruik van automobilisten.
Komende vanaf de Dam en gaande richting CS zag ik in mijn spiegels een
personenauto rijden indezelfde richting als ons.
Ik zei tegen mijn collega dat als die idioot niet snel van de trambaan
afging, hij of zij in de problemen kwam bij het flappoortje.
Vervolgens haalde deze automobilist ons in en bleef naast ons rijden met
dezelfde snelheid als ons en zonder blikken of blozen reed deze bestuurder
vervolgens door de flappoortjes heen. Ik zag het al helemaal voor mij
en jawel hoor, de auto reed een dertigtal meters keurig over de tramrails
met links rechts en onder hem geen plaveisel om vervolgens met luid kabaal
van de rails af te glijden en tot stilstand te komen met vier wielen in
het luchtledige. Mijn collega en ik hadden grote moeite om ons goed te
houden en niet in luidruchtige lachbuien uit te barsten, maar ja je behoort
een professioneel gezicht te houden , derhalve het dienstvoertuig tot
stilstand gebracht en vervolgens deze bestuurder aangesproken met de vraag
wat het probleem was en of wij hem van dienst konden zijn.
Helaas voor deze bestuurder kwamen de alcoholdampen uit zijn auto walmen
op het moment dat hij zijn raampje opendraaide en stond er geen andere
weg open dan hem te laten blazen en vervolgens aan te houden terzake 26
Wegenverkeerswet, het rijden onder invloed.
De bestuurder werd verzocht plaats te nemen in het dienstvoertuig, een
drietal passagiers verzocht het voertuig te verlaten en een voetpost werd
ter assistentie geroepen om bij het immobiele voertuig te blijven tot
het werd veiliggesteld door een politiekraan.
Tot zover alles volgens het boekje, zonder enig probleem.
De problemen begonnen toen de vrouwelijke passagier, indezelfde staat
van intoxicatie als de bestuurder, eiste dat zij met de bestuurder werd
overgebracht naar het politiebureau. Afijn dit is een verhaal op zichzelf
en komt een andere keer.
|