Auteur:
Robin Jonkman
jaar: 1999 |
Arpad
en Axel
|  |
Hondengeleider
is het mooiste vak binnen de politie!
Altijd buiten, je eigen baas, veel vrijheid en eindelijk een collega die
altijd (nou ja, bijna altijd) naar je luistert.
Het is 21 januari 1999, een maand voor dat wij, de hondengeleiders Paul,
Klaas, Jeroen en ik gecentraliseerd gaan worden binnen de Dienst Executieve
Ondersteuning en niet meer onder het wijkteam vallen.
Wij kijken er tegen op omdat wij het er erg naar ons zin hadden op het
bureau en eigenlijk niet weg willen. De wijkteamchef wil ons ook niet
kwijt maar de hogere goden hadden al beslist.
Jeroen en ik zitten in de kantine wat te eten en luisteren meteen de porto
uit.
De landbouwtentoonstelling is in de RAI en dat betekent veel bezoekers
op de wallen en derhalve ook veel vechtpartijen.
Het is al behoorlijk druk, ondanks dat het pas 20.00 uur 's-avonds is.
Via de porto horen wij een looppost om een extra koppel collega's vragen
bij café de Old Sailor op de Oudezijds Achterburgwal. Niks bijzonders.
Kort daarop wordt weer een extra post gevraagd.
Jeroen en ik lopen al vast naar de trap van de kelder om via de kleedkamers
naar de achteruitgang te lopen. Onze hondenauto staat al klaar op de steiger.
Terwijl wij de trap af lopen horen wij via de porto dat er nu toch snel
wat meer collega's moeten komen anders loopt het fout. Jeroen en ik versnellen
onze pas.
Bij de auto aangekomen horen wij nu de bekende kreet "Assistentie
collega"!
Vol gas stuur ik de Volkswagen Golf station van de steiger af en met toeters
en bellen links af de Oudebrugsteeg in, links af de Warmoesstraat en rechts
af de Lange Niezel in.
Zo snel als het lopende publiek ons toe laat racen wij naar de Oudezijds
Achterburgwal. Via de porto horen wij nog steeds de noodkreten van de
collega's. Ik zie dat Jeroen al zijn hondenriem en lange wapenstok gereed
heeft. Toch zie ik aan zijn gezicht dat hij niet geheel ontspannen is.
Dat kon nooit aan mijn manier van rijden liggen, toch?
Nadat ik de Golf rechts af de Oudezijds Achterburgwal had opgestuurd zien
wij op de brug bij de Molensteeg een gigantische mensenmassa staan. Wij
zijn wel wat gewend in deze buurt, maar dit sloeg alles.
Net voorbij de brug breng ik de auto tot stilstand en wij springen er
meteen uit. Ik open de achterklep van de auto en lijnen onze diensthonden,
Arpad en Axel, aan.
De brug en de oneven zijde van de Oudezijds Achterburgwal zowel links
als rechts van de Molensteeg, staan helemaal vol met mensen. Wij schatten
zo'n 150 á 200 man.
Ergens achter deze menigte staan de collega's die onze hulp nu hard nodig
hebben.
Wij zien dat er bij de Old Sailor gevochten wordt. Zo hard als ik kan
brul ik dat als niet iedereen onmiddellijk zich verwijderd, de honden
worden ingezet.
Wij zien dat maar enkele mensen op de waarschuwing reageren. Aangezien
de collega's nog steeds aan het vechten zijn gaan Jeroen en ik chargeren
in de richting van de Old Sailor. Als de menigte door krijgt dat onze
blaffende honden wel degelijk bijten en nog hard ook, begint men te rennen,
voor sommigen te laat.
Zowel Jeroen zijn hond Axel als mijn hond Arpad hebben binnen enkele minuten
al diverse omstanders te pakken die met flessen en (volle) blikken bier
klaar stonden om deze op een niet nette manier aan ons te geven. Ook de
lange wapenstok doet goede zaken, het is een kwestie van hard tegen hard.
Eindelijk zien wij de collega's bij het café die er alles aan doen
om met zijn 4-en de woedende menigte van zich af te houden en hun arrestant
bij zich te houden.
Met de honden maken wij een ruime cirkel om het café heen om de
collega's de kans te geven om naar de auto te lopen. Ik ga met Arpad en
nog enkele collega's een stuk in de richting van de Stormsteeg en Jeroen
met Axel pakt de andere kant.
Nadat ik de collega's daar op een linie had gezet liep ik terug naar de
Molensteeg.
De mensen weten van geen ophouden en komen keer op keer terug om verder
te matten.
Na ongeveer een uur te hebben "gespeeld" met hen, keert de rust
eindelijk weer en gaan Jeroen en ik weer terug naar het bureau.
In de hal van het bureau was het net als in de tv serie MASH. Er zaten
zo'n tien gewonden op de bank en op de grond. Allen met beetwonden aan
hun benen.
Van diegene die niet nog niet helemaal bezopen waren, hoorden wij dat
ze het best lollig gehad hadden en dat het hier veel leuker vechten is
met de politie dan bij hen in het dorp.
Wachtend op de ambulance beginnen Jeroen en ik al vast wat EHBO te doen
met de verbandtrommel van de Wcdt, want na het bijten hoort dat er ook
bij.
Later belt een arts van het OLVG, of wij leeuwen hadden ingezet tegen
deze arme mensen, zulke wonden had hij nog nooit gezien! En oja, waar
waren onze honden voor ingeënt, dan hoefde hij dat bij de slachtoffers
niet meer te doen.
Toch jammer dat wij straks niet meer vast werken voor de Warmoesstraat.
|