Auteur: Ton Stellaard
jaar: onbekend


Arme papa


Soms had je van die meldingen dat je bijna van tevoren wist wat er zich ging afspelen.

Ik reed met mijn maatje rustig ons rondje toen de mobilofoon begon te toeteren.
" AD 2.03, wilt u gaan naar de Marnixstraat nummer.... De bewoner geeft geen gehoor en zijn kinderen en thuiszorg staan voor de deur".

We gingen meteen ter plaatse en troffen daar een wijkverpleegster aan en drie mensen. Het bleken twee dochters en een zoon van de bewoner te zijn. Vader bleek al enige tijd flink ziek te zijn en de wijkzuster maakte zich veel zorgen.

Zij had de man twee dagen eerder voor het laatst gezien.
Mijn maat en ik besloten, na aanbellen en roepen door de brievenbus, de deur open te breken. We instrueerden de kinderen even buiten te blijven, zodat wij ons onderzoek konden doen.
Het huis was pikkedonker. Alle gordijnen waren gesloten. Met andere woorden....dit was geen fijne klus. Mijn maat ging de gang en keuken voor zijn rekening nemen. Ik zou de huiskamer en aangrenzende slaapkamer voor mijn rekening nemen.
Toen ik de slaapkamerdeur opende, rook ik het al. Uiteraard ben ik geen dokter, maar aan deze oude man kon je echt goed zien dat hij was overleden. Hij lag naast zijn bed op de grond. Mijn maat en ik stonden voorzichtig met elkaar te overleggen hoe we voorzichtig de drie kinderen konden inlichten.
Het was immers een trieste toestand.
We riepen ze naar binnen in de gang en ik begon heel voorzichtig te vertellen dat hun vader waarschijnlijk was overleden. Ik verwachtte dat er wel tranen zouden vloeien, maar dat was absoluut niet het geval. De beide dochters en de zoon liepen mij voorbij en gingen de huiskamer binnen. Van daaruit kon je de benen van de vader nog zien, die naast het bed lag. De kinderen hadden daar echter helemaal geen oog voor.

De twee dochters begonnen de kasten in de kamer te openen en begonnen te scharrelen tussen de bezittingen van (naar ik aannam) de overledene. Verbijsterd vroeg ik hen wat ze aan het doen waren. Het bleek dat vader ergens een pot met geld had staan en daar waren ze naar op zoek.
Mijn maat en ik keken elkaar even aan. Zonder woorden wisten we precies wat we wilden.

We hebben met heel weinig woorden de beide dochters en de zoon op straat gezet en gezegd dat we eerst uit respect voor de overledene de zaak netjes wilden afhandelen. Wij hebben nooit kunnen achterhalen of zij onze hint hebben begrepen.

Dit ging zelfs een paar geharde dienders van de Warmoesstraat te ver.