Auteur:
Franck van Dooren
jaar: onbekend |
500
SEC
|  |
Je kan het
geloven of niet , maar regelmatig deed dienstgroep 5 in de preventieve
ochtenddienst (09.00 - 17.00 of 10.00 - 18.00 uur) een voertuig controle.
Zoals gewoonlijk posteerden wij ons op de brug van de Prins Hendrikkade
tussen Geldersekade en Damrak.
De controle werd geleid door 1 of 2 oudgediende hoofdagenten.
Nu stond een van deze oudgediende hoofdagenten bekend om zijn enigszins
aparte, maar uiterst droge humor.
Afijn,
tijdens een van deze voertuig controles was deze hoofdagent de leidinggevende
en zoals het een leidinggevende beaamde, was hij uiterst kieskeurig
betreffende de voertuigen die hij aan de kant zette.
Na een 20-tal minuten stonden er 3 of 4 voertuigen langs het trottoir
geparkeerd, gecontroleerd door evenzoveel agenten, toen deze hoofdagent
in de verte zijn doel zag aankomen. Hij begaf zich op de rijbaan en
sommeerde een gloednieuwe Mercedes, voorzien van 500 SEC-type aanduidingen
te stoppen middels een punctueel uitgevoerd stopteken.
De bestuurder deed als hem werd gevraagd en de hoofdagent begaf zich
naar de bestuurder, wenste hem een goede morgen en vroeg naar rij- en
kentekenbewijs, welke werden overhandigd.
De hoofdagent verzocht de man uit te stappen en met hem rond het voertuig
te gaan, teneinde de controle uit te voeren.
Zoals verwacht mocht worden, kwam de Mercedes met vlag en wimpel door
deze controle en naast de Mercedes stond een uiterst trotse eigenaar/bestuurder.
Aan het eind van de controle keek de hoofdagent nog eenmaal op het kentekenbewijs,
bekeek de type-aanduidingen op de Mercedes en terwijl hij de papieren
teruggaf aan de bestuurder zei hij, zonder blikken of blozen en luid
genoeg voor een ieders oren:
"
Oh, het is maar een 300 SEC "
vervolgens
wenste hij de bestuurder een prettige voortzetting van zijn reis en
keerde terug naar zijn standplaats tegen de brugleuning.
Iedere diender en gecontroleerde bestuurder in gehoorsafstand inclusief
ondergetekende stopte in zijn handelingen tijdens het gebeuren en alhoewel
geen woord werd gezegd, spraken de grijnzen op de diverse gezichten
boekdelen.
Een uiterst rood aanlopende Mercedes eigenaar sprong in zijn auto en
reed weg met gierende motor.
En de hoofdagent stond daar al leunend tegen de brugleuning met quasi
nonchalant gezicht, zich van de prins geen kwaad bewust.
|